De wijziging van de Deviezenregeling 1947 is gisteren in De Nationale Assemblee met 27 algemene stemmen aangenomen. De NDP en BEP verlieten de zaal tijdens de stemming. Zoals de wet nu is, is die in lijn met de relevante bepalingen in de Centrale Bankwet 2022. Met deze wijziging in de wet vervalt de bevoegdheid van de president van de Republiek Suriname om wisselkoersen voor buitenlandse valuta vast te stellen. In de Deviezenregeling 1947 stond dat de gouverneur, wat in feite nu de president is, de wisselkoers en het deviezenbeleid bepaalt. Ook wordt de Centrale Bank van Suriname in staat gesteld om haar officiële internationale reserves en wisselkoersbeleid effectief en onafhankelijk te beheren.
Financiënminister Stanley Raghoebarsing voerde na aandringen van de oppositie op integrale aanpak van de Deviezenregeling aan, dat er gewerkt zal worden aan een conceptwet die hij eind dit jaar wil indienen. De bewindsman heeft de garantie niet kunnen geven dat het concept binnen een half jaar rond zal zijn, omdat hij niet precies weet hoeveel werk verzet moet worden. De voorzitter van de Commissie van Rapporteurs, Asis Gajadien, voerde aan dat de Deviezenregeling in overeenstemming moest worden gebracht met de nieuwe Bankwet.
NPS-fractieleider Gregory Rusland voerde aan dat hij vóór de wetswijziging heeft gestemd, omdat het om een verbetering gaat. Rusland benadrukte dat hij op de Financiën-minister rekent om met een conceptwet te komen.
De NDP- en de BEP-fractie hebben opgeworpen dat deze wet integraal aangepakt moet worden.
Zij hebben gepleit dat artikelen die niet meer toegepast moesten worden, geschrapt worden. De NDP- en de BEP-fractie hebben niet tegen de wet gestemd, maar verlieten de zaal tijdens de stemming. Alhoewel de BEP niet heeft meegedaan aan de stemming, legde diens fractieleider, Ronny Asabina, uit dat heel veel van de wet uit de koloniale tijd dateert. Zo voerde hij aan dat de president nog te veel macht heeft om invloed uit te oefenen op het monetaire beleid.