Veiligheidsexpert Mark Karg zegt dat bij de ‘Operatie Zero Tolerance’ te merken is, dat er een zekere vorm van samenwerking tot stand is gebracht tussen de diverse veiligheidsdiensten. “Dit is zeker positief, maar ik zie het als een ad-hocmaatregel.” Volgens Karg is er het Directoraat Nationale Veiligheid (DNV), dat bij resolutie is ingesteld, om regulerend, controlerend, monitorend en regisserend op te treden, ten aanzien van de nationale veiligheid, waar ook de criminaliteit onder valt. Criminaliteitsbestrijding is een onderdeel van de nationale veiligheid.

Voorts wijst hij erop, dat in de periode 2010 – 2015 DNV zich toen op professionele wijze van zijn taak heeft gekweten. Er was wekelijks overleg tussen de korpshoofden en maandelijks overleg met andere actoren zoals districtscommissarissen. “Er was controle op explosieventransport, personen- en goederenverkeer van en naar het binnenland, met bijzondere aandacht voor de goudvelden, strakke drugscontrole op de Jules Sedney Haven door middel van de Port Control Unit van de UNODC’’, aldus Karg.

Volgens hem was op alle internationale luchthavens (Zanderij/JAP en Zorg en Hoop) er een Border Management Unit met intelligence, er vond ook monitoring plaats van critical infrastructure, regelmatig overleg met luchtvaart- en maritieme autoriteiten, horeca, beveiligingsbedrijven, en milieu-instituten.

Voorts wees hij erop, dat er een strakke centrale aansturing bestond vanwege het totale veiligheidsbeleid in ons land. Ook is Karg van mening dat de samenwerking wederom naar het niveau van 2010 getild moet worden, dan zullen de veiligheidsresultaten zeker merkbaar zijn.

Karg is van mening, dat op alle niveaus te merken is, dat wij in een soort ‘galg en rad’ situatie zijn beland; iedereen doet wat hij/zij wil, omdat de handhaving tekortschiet: verkeersovertredingen, milieuverontreiniging, geluidsoverlast, geen controle op vreemdelingen, rapen van krapé eieren, of vissen op kwie kwie, terwijl het seizoen gesloten is, gangsterpraktijken in het achterland bij de goudvelden, en toename van berovingen en huisovervallen.

Volgens hem duidt dat erop, dat het allemaal terug te leiden is naar gebrek aan middelen, mankracht en beleid. “Geef ze de middelen en ze zullen volgens het Politiehandvest presteren conform de instructies. Er is geen bepaald quotum. De vrijemarkteconomie staat toe, dat eenieder vrij is om een beveiligingsbedrijf op te zetten. Dat brengt echter wildgroei met zich mee, ongecontroleerd en ondeskundige aanpak van de sector, die met zich meebrengt integriteit problemen, omdat een aantal particuliere beveiligingsbedrijven, aan het criminele circuit gelinkt is’’, aldus Karg.

“Het is mij bekend, dat het ministerie van Justitie en Politie in een afrondende fase is ten aanzien van de conceptwet Regulering Particuliere Beveiligingsbedrijven. Dat zal een verademing zijn, omdat we het kaf van het koren zullen kunnen scheiden, er meer professionaliteit en uniformiteit komt, waardoor ook van die zijde, externe ondersteuning en assistentie aan de politie gegeven kan worden indien nodig.”

Voorts zei Karg dat indien de Wet Regulering Particuliere Beveiligingsbedrijven aangenomen wordt in De Nationale Assemblee, en alle instituten en controlerende organen, die in de conceptwet genoemd zijn in place zijn, zal dat zeker bijdragen tot een veiliger werk- en woonomgeving.

Particuliere beveiligingsbedrijven hebben op de eerste plaats een signaleringsfunctie en kunnen een preventieve werking hebben.

Volgens hem is onze nationale veiligheid momenteel stabiel, maar regelmatige bedreigingen van verschillende aard vormen een uitdaging. Karg merkte op dat dit een algemeen verschijnsel is, waar veel Caribische landen mee te maken hebben.

Ondanks de beperkte middelen erkende Karg de inspanningen van de politie bij het uitvoeren van haar taken. Hij wees echter op gebieden waar de politie tekortschiet, zoals de reactietijd, vertragingen bij meldingen en onderzoeken en onvoldoende personeel en middelen.

Karg vertrouwt erop, dat de veiligheidssituatie tegen het einde van het jaar zal verbeteren, maar benadrukte het belang van goodwill van het publiek. Hij zei dat er meer handhaving nodig is, om ervoor te zorgen, dat de regels en voorschriften in de gemeenschap worden nageleefd. Karg gelooft dat het gebrek aan handhaving, heeft geleid tot een situatie waarin individuen handelen zonder consequenties, wat resulteert in verschillende overtredingen zoals verkeersovertredingen, milieuvervuiling en gangsterpraktijken.

Hij suggereerde ook dat aanpassingen van het huidige beleid nodig zijn, vanwege nieuwe internationale trends en daarbij horende de migratie van criminele organisaties uit verschillende landen naar het Caribisch gebied, waaronder Suriname.

Hij onderstreepte de noodzaak om deze uitdagingen aan te pakken en het beleid dienovereenkomstig, aan te passen. Volgens hem wijken criminele organisaties uit Mexico, Columbia, Bolivia, Brazilië, Haïti, en Venezuela uit naar alle delen van het Caribisch gebied en zetten daar ‘franchises’ op, ook in Suriname.

Karg wees erop dat de geografische ligging met onze open grenzen en zwakke overheidsinstituten, Suriname aantrekkelijk maken voor criminele organisaties.

Hij maakte duidelijk dat bijvoorbeeld de wapenhandel, mensenhandel, drugshandel en cybercrime, de boventoon voeren. ‘’Dat wetende, zal het beleid van het ministerie van Justitie en Politie met de regelmaat van de klok moeten worden bijgesteld’’, zegt Karg. Hij denkt zelfs, dat ook het ministerie dringend behoefte heeft aan capaciteitsversterking.