Minister Henry Ori, van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, sprak over het probleem van hangjongeren en drop-outs. Het ministerie doet er volgens de minister alles aan, dit probleem integraal aan te pakken. ‘’Er zijn samenwerkingen met diverse donateurs, die constant bezig zijn met deze jongeren om ze weer op het juiste pad te krijgen door middel van bijscholing’’, aldus de minister.

Volgens Ori verzet de Stichting Rumas, die verschillende projecten uitvoert voor jongeren, geweldig werk. De minister sprak ook over het goede werk van het Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties, dat ook een bijdrage levert aan diverse projecten.

‘’Het probleem van de hangjongeren is veel dieper dan wij denken, en behoeft ook een sociologische analyse’’, zei Ori. Hij benadrukte dat de rol van ouders/verzorgers ook belangrijk is. “Mensen brengen kinderen op de wereld, maar hoeveel tijd en aandacht wordt besteed aan het kind”, aldus de bewindsman. Hij is zich ervan bewust dat gezien de complexiteit van de huidige samenleving, er vaak veel minder aandacht is, omdat ouders door hun werk bijna niet meer in staat volledige aandacht te geven aan hun kind(eren).

Ori is van mening dat de overheid meer wijkgebonden hulp moet aanbieden, zodat er door samenwerking richting gegeven kan worden aan het leven van deze jongeren. ‘’Zelfontwikkeling en discipline zijn erg belangrijk. Er zal meer aandacht besteed moeten worden aan talentontwikkeling en vormingslessen, zodat onze jongeren die de toekomst zijn, niet wegdrijven. Er is veel werk in Suriname, wat dit aandachtspunt betreft, en alleen door samen de handen ineen te slaan, met steun van de overheid  en integraal werken, kan er verandering komen’’, aldus Ori.