De president van Guyana, Irfaan Ali, verwerpt categorisch de ongefundeerde verklaringen van de Venezolaanse regering met betrekking tot de oliesector van Guyana, de relatie van de regering met ExxonMobil en vermeende acties van het Zuidelijk Commando van de Verenigde Staten. Venezuela heeft beweerd dat Guyana wordt gedomineerd door ExxonMobil en dat het Zuidelijk Commando van de Verenigde Staten geheime militaire bases in het land heeft gevestigd, maar heeft geen bewijs geleverd om deze beweringen te ondersteunen.
“Als soevereine natie zijn we aan geen enkele staat of particuliere entiteit verplicht in de manier waarop we ons binnenlands- of buitenlands beleid voeren, inclusief onze betrekkingen met andere staten”, verklaarde Ali op 8 april. “Laat ik duidelijk zijn: de regering van Guyana zal onder mijn leiding alle vergunninghouders op een transparante manier blijven regeren en controleren.”
Guyana waarschuwt intussen de internationale gemeenschap, terwijl Venezuela blijft aandringen op de regio Essequibo. Venezuela heeft eerder gemeld dat het zijn contramemorie heeft ingediend over de gegrondheid van de zaak betreffende de arbitrale uitspraak van 3 oktober 1899 (Guyana v. Venezuela). Deze zaak, ingediend door Guyana in maart 2018, beoogt een beslissing van het Hof over de geldigheid van het arbitraal vonnis dat meer dan een eeuw geleden de landgrens tussen de twee landen bepaalde. Ali verwelkomde de inzending en zei: “Dit is waar Guyana voor heeft opgeroepen, en ik hoop dat Venezuela zich volledig zal blijven engageren in het proces voor het Internationale Gerechtshof, dat heeft bepaald dat het jurisdictie heeft in de zaak die aanhangig is gemaakt.” Nu de argumenten van beide landen bij het Hof liggen, kan het Hof een oordeel vellen, maar dit kan jaren duren.