Er is een tekort aan gewone paspoorten in Suriname, volgens Anastatia Kanapé-Pokie, directeur van het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB). De toegenomen vraag naar gewone paspoorten heeft dit tekort veroorzaakt, maar de leverancier heeft het CBB verzekerd, dat het binnenkort de benodigde materialen zal ontvangen om de verstrekking normaal te hervatten.

Om het tekort op te vangen, verstrekt het CBB tijdelijk zakenpaspoorten aan burgers, die kunnen worden aangevraagd door personen die 18 jaar oud zijn en vaak moeten reizen. De kosten van een zakenpaspoort bedragen SRD 500, terwijl een regulier paspoort SRD 300 kost. Ondanks voorstellen om deze bedragen aan te passen, heeft de regering nog geen goedkeuring gegeven voor verhogingen. De wachttijd voor een regulier paspoort is ongeveer drie tot vier maanden.

De minister van Binnenlandse Zaken, Bronto Somohardjo, heeft verduidelijkt dat de vertraging in het leveren van materialen voor ID-kaarten en paspoorten, niet de schuld is van de regering.

Het ministerie wacht nog steeds op de levering van de materialen die nodig zijn voor het maken van ID-kaarten en paspoorten. De minister ontkende ook beschuldigingen dat hooggeplaatste personen en vrienden van ambtenaren een speciale behandeling krijgen bij het verkrijgen van ID-kaarten of paspoorten.

De minister schreef het lange wachten op paspoortmateriaal toe aan verschillende factoren, zoals de oorlog in Oekraïne en een tekort aan digitale chips. Daarnaast haalde de minister de onlangs gewijzigde personeelswet aan, waarbij hij het belang benadrukte van het blokkeren van vergoedingen aan personen die opzettelijk hun taken verwaarlozen. Hij verklaarde dat het aspect ‘geen werk, geen loon’ in deze speciale wet wordt aangepakt, wat het streven van de regering naar goed bestuur en een soepele werking weerspiegelt.

Ondanks kritiek van de oppositie en vakbondsleiders die bang zijn voor misbruik van de ‘geen werk, geen loon’ bepaling, verzekerde Somohardjo, dat er geen kwade bedoelingen zijn binnen zijn ministerie. Hij verklaarde dat ambtenaren die hun verantwoordelijkheden niet nakomen, naar huis worden gestuurd en dat de staat deze personen in bepaalde gevallen zal beschermen. De minister realiseert zich dat er rechtszaken kunnen komen als gevolg van deze maatregelen, maar maakte zich geen zorgen over rancune binnen zijn ministerie.

Hij stelde dat er in deze gevallen geen sprake van rancune is en dat deze mensen beschermd zullen worden door de staat.