Vicepresident Ronnie Brunswijk heeft tijdens de herdenkingsdag der marrons op het plein van 10 oktober 1760 beloofd, zich te willen blijven inzetten voor de marrongemeenschap. Volgens hem merkt hij vooral bij de binnenlandbewoners een ontwikkelingsachterstand. Brunswijk zegt in de positie te verkeren deze verandering door te drukken. Volgens de vicepresident is hij een strijder, en is het een eer om als Marron kind een bepaalde functie te bekleden in het centrale gezag.

Brunswijk zei verder dat de vooruitgang van de marrons aan hen zelf ligt. “Ik ben trots op onze voorouders voor hun bijdrage, een bijdrage die ze hebben geleverd voor hun nakomelingen”, aldus Brunswijk. Na dit gezegd te hebben, nam hij een minuut stilte in acht ter nagedachtenis van de voorouders. Volgens hem begint de werkelijke emancipatie nu pas voor de marrongemeenschap. “Het is niet de tijd om stil te blijven staan in het land, maar het ligt aan jullie zelf, om jezelf te bewijzen als marrons”, haalde Brunswijk aan. Hij riep de marrons daarbij op, niet langer achter te blijven, maar om zichzelf te bewijzen met liefde, eenheid en ondersteuning voor elkaar, dan zullen we komen waar we moeten zijn.

Brunswijk benadrukte dat het om een nationale feestdag ging, dus de andere bevolkingsgroepen zich mogen aansluiten. Volgens hem zullen die met open armen ontvangen worden. Brunswijk zei zich ook voor hen, in te willen zetten.