Suriname kan UNESCO werelderfgoedstatus verliezen vanwege controversieel bouwproject

Suriname bevindt zich op het punt van een verontrustende en kostbare ontwikkeling: het verlies van een prestigieuze erkenning, namelijk de notering op de World Heritage List (Werelderfgoedlijst) van de UNESCO. Deze dreiging komt voort uit het omstreden project: ‘Bouw Nieuwe Vergaderzaal voor De Nationale Assemblee’, waarvoor onlangs een uitvoeringscontract is ondertekend met een bouwbedrijf.  De voormalige ondervoorzitter van de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname, ingenieur Dayanand Mungra, tevens lid van ICOMOS (International Council on Monuments and Sites, heeft bijgedragen aan de nominatie van Suriname op de Werelderfgoedlijst. Mungra voelt zich verplicht te waarschuwen, dat het voorgestelde ontwerp voor dit nieuwe gebouw, volledig in strijd is met de specifieke eisen die zijn vastgelegd voor bouwprojecten in onze beschermde historische binnenstad en aangrenzende bufferzones, zoals vastgelegd in de Monumentenwet van 2002 (S.B. 2002 no 72). ICOMOS, als de toezichthouder van UNESCO, rapporteert jaarlijks aan deze internationale organisatie over de conditie van historische erfgoedzones. “Het is dan ook uitermate verontrustend dat ondanks het dringende advies om niet door te gaan met dit bouwplan, Suriname vastberaden kiest voor een koers die vergelijkbaar is met wat Duitsland is overkomen met de verwijdering van het historische ‘Dresden Elbe Valley’ van de UNESCO Werelderf-goedlijst, vanwege de bouw van een vierbaansbrug in het hart van het culturele landschap. Aangezien de locatie van dit bouwwerk zich precies in het centrum van het historische en meest waardevolle erfgoedgebied van Suriname bevindt, zal dit onvermijdelijk leiden tot verwijdering van Suriname van de UNESCO Werelderfgoedlijst, zoals eerder is gebeurd in Duitsland”, aldus Mungra. De gevolgen van deze verwijdering zullen volgens Mungra buitengewoon ernstig zijn, met onder andere een afname van het toerisme, het verlies van donaties en financiële steun voor restauratieprojecten, en het ontbreken van beschermende maatregelen voor het behoud van het monumentale erfgoed, wat het unieke cultuurhistorische karakter van de binnenstad in gevaar brengt. “Het is belangrijk op te merken dat sinds de nominatie van Suriname op de Werelderf-goedlijst al circa 25 miljoen Amerikaanse dollars aan donaties zijn ontvangen voor het behoud van dit cultureel erfgoed. Onlangs nog benadrukte de minister van Onderwijs terecht en met heel veel trots de recente vermelding van Jodensavanne op de Werelderfgoedlijst. Het doorgaan met de bouw volgens het voorgestelde, door alle relevante instanties afgewezen ontwerp voor een nieuwe vergaderzaal voor De Nationale Assemblee, zal dan ook ongetwijfeld dit alles in gevaar brengen.” Mungra doet daarom een dringend beroep op de minister van Onderwijs en Cultuur om een einde te maken aan het voorgenomen bouwproject. “Het is volstrekt onbegrijpelijk dat ondanks herhaaldelijke afwijzingen van het ontwerp van dit gebouw door zowel ICOMOS als de bouwcommissie van het ministerie van Openbare Werken, de verantwoordelijke en adviserende organen van UNESCO, er toch besloten is om dit afgewezen bouwplan moedwillig door te zetten.”

Reactie Fokké

UNESCO Site Manager historische binnenstad Paramaribo, Stephen A. Fokké heeft in zijn verantwoordelijkheid als UNESCO site manager, in een ingezonden artikel op Starnieuws benadrukt, dat hij genoodzaakt is het volgende onder de aandacht te brengen met betrekking tot de bouw van een nieuwe ’s lands vergaderzaal. “Genoodzaakt, omdat arrogantie zal maken dat onze historische binnenstad na 21 jaar op de UNESCO Wereld-erfgoedlijst, het risico loopt om van deze Lijst geschrapt te kunnen worden dan wel op de Lijst van World Heritage in Danger geplaatst te worden”, aldus Fokké. “Niet dat er géén nieuwe vergaderzaal gebouwd mag of kan worden, laat dat duidelijk zijn. Dat is géén vraag. De issue hier is, dat het ontwerp van de nieuwe zaal problematisch is. Om de woorden van het ICOMOS (International Council on Monuments and Sites) te gebruiken: “The building, as proposed, seems unsuited and inviable, not only in terms of its urban setting, but also, in regards to its overall size, scale, proportions and architectural language. The-refore, should it be constructed, as proposed, it would pose an adverse and irreversible impact on the Outstanding Universal Value of the World Heritage property” (citaat uit de eerste technische beoordeling). Bouwprojecten worden beoordeeld door de UNESCO/ ICOMOS. Vanwege de grootschaligheid van het project met een grote (potentiële) negatieve impact op de Oustanding Universal Value (OUV) van de werelderfgoedsite, moet het ontwerp voor de nieuwbouw conform paragraaf 172 van de Operational Guidelines (OG) van de Werelderfgoed Conventie ter toetsing/beoordeling worden voorgelegd aan het UNESCO World Heritage Centre (WHC), dat vervolgens zijn Adviesorgaan ICOMOS vraagt om het ontwerp technisch te beoordelen. Paragraaf 172 van de OG schrijft het volgende voor: “The World Heritage Committee invites the States Parties to the Convention to inform the Committee, through the Secretariat, of their intention to undertake or to authorize in an area protected under the Convention major restorations or new constructions which may affect the Outstanding Universal Value of the property.

Notice should be given as soon as possible (for instance, before drafting basic documents for specific projects) and before making any decisions that would be difficult to reverse.” Op basis hiervan is het ontwerp in eerste instantie voorgelegd ter beoordeling, waarvan de uitkomst zoals eerder aangegeven, negatief was. Hierna is er een schriftelijke reactie verzonden, die na bestudering wederom een negatief oordeel had. Men heeft echter niet gewacht op het resultaat van deze tweede review en is intussen gewoon begonnen met de bouw. Ook de bouwcommissie van het ministerie van Openbare Werken heeft een negatief advies uitgebracht, en stelde dat niet voldaan is aan de bijzondere bouweisen die gelden voor nieuwbouw binnen de UNESCO werelderfgoedsite en aangrenzende bufferzones. Ook dit advies is terzijde gelegd. In het geval van de twee gebouwen aan de Henck Arronstraat/hoek Grote Combéweg, die binnen het Paramaribo Urban Rehabilitation Program (PURP) zijn herbouwd, is destijds conform de UNESCO-regelgeving gehandeld en is het ontwerp over en weer naar de UNESCO gegaan en is uiteindelijk na diverse aanpassingen van het bouwontwerp, overeenstemming bereikt en kon met de bouw worden gestart. Suriname werd toen gecomplimenteerd voor deze constructieve samenwerking.

More
articles