De Surinaamsche Waterleiding Maatschappij (SWM) heeft nog steeds een enorm tekort aan inkomsten, er is wél vooruitgang geboekt binnen de organisatie voor wat betreft het inkomen, maar het is zeker nog niet wat het wezen moet, aldus Clifton Lienga, directeur van de SWM in het radioprogramma ABC-aktueel.
Vorig jaar had het bedrijf een kostprijs van SRD 18,47 voor 1 cub water, op de wisselkoers van SRD 14. Volgens Lienga moest vanaf dat jaar het tarief gefaseerd opgevoerd worden tot 2024, als dat niet zou gebeuren zou het bedrijf ten onder gaan. Het kost het bedrijf heel veel om het water te verwerken en verpompen, en dan nog betaalde de samenleving SRD 8 voor 1 cub water, waardoor de watermaatschappij, nog steeds onder de kostprijs water levert.
Om de meeste geprojecteerde activiteiten binnen de organisatie toch uit te voeren, had de watermaatschappij ongeveer een bedrag van SRD 551 miljoen nodig. De SWM heeft met de vorige tarieven, die ver beneden de kostprijs lagen SRD 240 miljoen ontvangen, dus voor ongeveer SRD 310 miljoen heeft het staatsbedrijf de gemeenschap gesubsidieërd. De regering heeft toen besloten de subsidiekraan dicht te draaien, conform de eisen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Volgens Lienga dient de SWM veel zelf te doen, maar is daartoe niet in staat. Ondanks de aanpassing van de tarieven, heeft het staatsbedrijf voor dit jaar ongeveer SRD 900 miljoen nodig, om de operatie normaal te kunnen draaien, en de gemeenschap van water te voorzien. “Wat de SWM voor dit jaar zal binnenhalen tot en met december aan inkomsten om de operatie draaiende te houden, is een bedrag van SRD 515 miljoen, dus heeft het bedrijf weer een tekort van SRD 386 miljoen. Inmiddels is er ook aangegeven, dat er acute zaken in orde gemaakt moeten worden om de watervoorziening te garanderen”, aldus Lienga.