“Succes van het financieel-economisch herstel is alleen mogelijk indien de twee monetaire autoriteiten, namelijk de minister van Financiën en Planning en de governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), enerzijds invulling geven aan hun eigen rol en verantwoordelijkheden en anderzijds eensgezind samenwerken. Het verleden heeft aangetoond dat een goede samenwerking en regelmatig overleg tussen de twee monetaire autoriteiten geleid heeft tot een succesvolle aanpassing van de economie. Oud-minister Humprey Hildenberg van Financiën en governor André Telting van de CBvS, hebben in de periode 2000-2005 Suriname succesvol uit de financieel-economische crisis getrokken”, aldus de VES in de aprileditie van VES-Inzicht.
Twee monetaire autoriteiten rollen over straat
De VES haalde aan, dat de huidige minister van Financiën na zijn benoeming had aangegeven, dat de relatie met de governor verbeterd zou worden, want onder zijn voorganger was er geen frequent overleg tussen de twee monetaire autoriteiten. “De realiteit bewijst het tegendeel. Wat Suriname nu meemaakt, is ongekend dat de twee monetaire autoriteiten afstand nemen van hun verantwoordelijkheid en elkaar via de pers ‘bestoken’.
Dit gedrag en de uitingen zijn schadelijk voor het vertrouwen in deze autoriteiten en het ministerie van Financiën en de CBvS en niet bevorderlijk voor een stabiele koers.”
Dit gedrag etaleert volgens de VES, ook het ‘A No Mi’ syndroom. “Ik doe niets verkeerd, maar de andere partij is schuldig.” Dit is ook gebleken uit de gesprekken die de VES afzonderlijk heeft gehad met de twee autoriteiten. “Het is onzinnig dat deze monetaire autoriteiten hun verantwoordelijkheid niet nemen en met elkaar rollebollen over straat. Hun gedrag en het verzaken van hun verantwoordelijkheid, heeft mede ervoor gezorgd dat de waarde van de SRD enorm is gedaald, hetgeen ertoe geleid heeft dat de burger armer is geworden. Wie neemt zijn verantwoordelijkheid hiervoor en verbindt hier consequenties aan?”
Leiderschap zoek
Volgens de VES kan leiderschap een eind maken aan het gedrag van de twee monetaire autoriteiten. “De president dient op te treden en leiding te geven. Indien dit uitblijft, zal de zaak verder escaleren en zullen we niet komen tot financieel-economisch herstel en zal de verarming ongetwijfeld verder toenemen.
De protesten zullen toenemen en onenigheid binnen de coalitie zal vaker voorkomen en leiden tot politieke instabiliteit. Zonder politieke stabiliteit is financieel-economische ontwikkeling onmogelijk en zal de verarming verder vergroten.”