De Open Markt Operaties (OMO’s) van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), beginnen met de vaststelling van een groeivoet voor de economie, een inflatiedoel en een streefdoel (target) voor de omvang van de basisgeldhoeveelheid in de economie. “Op basis van het streefdoel van de basisgeldhoeveelheid worden door de CBvS projecties gemaakt over de groei van de basisgeldhoeveelheid. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de Staat geen bron van netto geldschepping mag zijn. Geldschepping mag alleen geschieden uit hoofde van kredietverlening door de algemene banken en netto toestroom van deviezen uit het buitenland vanwege betalingsbalanstransacties”, aldus de Centrale Bank in een onlangs uitgegeven communiqué.
OMO-volume
Om de geldschepping door de algemene banken onder controle te krijgen, wordt volgens de moederbank, elke week een OMO-volume door de CBvS vastgesteld. “Dit OMO-volume vertegenwoordigt de overtollige liquiditeiten van de banken die via termijndeposito’s (TD’s) moeten worden gebonden. De TD’s worden via een veilingsysteem verkocht, waarbij de algemene banken inschrijven met vermelding van hun biedrentes. Het is de CBvS niet toegestaan om in te grijpen in de rentevorming of de beïnvloeding van het aanbod, zulks om marktwerking niet in de weg te staan.”
Wisselkoersstabiliteit
Daarnaast is het volgens de CBvS de bedoeling, dat de algemene banken het rente-transmissiemechanisme laten werken door een deel van de rente die zij verkrijgen, via de OMO’s door te geleiden naar depositohouders. “Hogere depositorentes zullen op hun beurt de vlucht in vreemde valuta vanwege het publiek afremmen, wat de wisselkoersstabiliteit ten goede zal komen.”
Bepaling OMO-volume
“De volumes voor de wekelijkse OMO-veilingen worden aan de hand van de projecties voor de komende periode/week vastgesteld, waarbij wordt gelet op de veranderingen van de autonome factoren die de reserves van de banken beïnvloeden. Deze autonome factoren zijn onder andere de overheidsinkomsten en -uitgaven, veranderingen in bankbiljetten in omloop en afwikkelingen (kapitaal en rente) uit hoofde van openmarktoperaties.”
Buffer
Gelet op de overtollige liquiditeiten die in het bankensysteem zullen worden gevormd door deze factoren, stelt de CBvS een OMO-volume vast voor de komende veiling, rekening houdend met een voorzorgsbuffer voor de algemene banken. “Het vastgestelde basisgeldhoeveelheidsdoel per maand wordt met deze wekelijkse operaties gemonitord, teneinde dit doel te kunnen behalen. Indien blijkt dat dit doel niet zal worden behaald voor een bepaalde maand, dan is de CBvS genoodzaakt een ‘fine-tuning’ instrument in te zetten, waarbij een extra 1-daagse veiling wordt gehouden per maandeinde.”
Evaluatie
De OMO’s hebben volgens de Centrale Bank, tussen juli 2021 en april 2022 goed gewerkt, omdat de volumedoelstellingen in deze periode grotendeels zijn gehaald. “Vanaf mei 2022 zijn de OMO’s aan effectiviteit gaan inboeten vanwege onverwacht grote geldcreatie in de overheidsfinanciële sfeer. Dit heeft geresulteerd in een systematische ‘underperformance’, dat wil zeggen dat de gerealiseerde toename van de basisgeldhoeveelheid systematisch groter was dan het streefdoel.” De Centrale Bank stelt dat het doorwerken van de OMO-rentes naar depositohouders via de algemene banken (de rentetransmissie) niet heeft gewerkt, omdat de meerderheid van de algemene banken de spaar-/depositorentes niet heeft verhoogd, maar ook omdat niet alle banken hebben deelgenomen aan de wekelijkse termijndepositoveilingen. “Het voornaamste argument van de deelnemende banken is dat zij bij verhoging van de depositorentes, ook genoodzaakt zullen zijn om de kredietrentes te verhogen, wat het aantal niet-presterende leningen zal doen toenemen. De CBvS heeft met de uitgifte van Centrale Bank Certificaten (CBC’s) weliswaar getracht een aanzet te geven tot de verhoging van depositorentes bij banken.”