Donderdag jl. werd de Wet Productie Kredietfonds (PKF) in De Nationale Assemblee (DNA) behandeld. Verschillende parlementariërs vroegen de regering naar een verslag van de verschillende fondsen, die eerder door de regering opgezet waren. Patricia Etnel (NPS) vroeg de regering naar een verslag van alle fondsen die lopen via de Nationale Ontwikkelingsbank (NOB) vanaf 1963. Etnel wilde weten wat er gebeurd is met het investeringsfonds en het fonds voor kleine nijverheid bij de NOB. “Wat is er met de fondsen gebeurd, en is de toegevoegde waarde gerealiseerd?”
Etnel zei dat er bij het studiefinancieringsfonds geconstateerd is, dat er veel problemen ontstonden met het beschikbaar stellen van geld voor dit fonds. Etnel vroeg de regering daarom om het begrip “coöperaties” mee te nemen in de wet, omdat kleine ondernemers volgens Etnel, niet in staat zijn, zichzelf zelfstandig te “boosten”. “Als fondsen samengebracht worden in een coöperatie, kunnen ze gezamenlijk een doel realiseren en ook gezamenlijk aanvragen indienen”, aldus Etnel.
Rabin Parmessar, fractieleider van de NDP, was van mening dat het fonds liever bij het ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie (EZ) geplaatst wordt, en niet bij Financiën, omdat dit ministerie niet op de hoogte is, van hoe het bedrijfsleven functioneert. Parmessar haalde vervolgens aan, dat incentives ook noodzakelijk zijn om de productie te stimuleren. “Dit fonds moet alleen bestemd worden voor Surinamers en niet voor buitenlanders. Met de devaluatie van de SRD zal alles wat in het fonds gestopt wordt, morgen blijken te weinig te zijn. Er zal zo snel als mogelijk, een samenhangend beeld moeten komen voor de stimulering van de lokale productie”, aldus Parmessar.