Waarnemend procureur-generaal Gracia Paragsingh, zei gisteren tijdens de opening van het zittingsjaar 2022-2023 van het Hof van Justitie, ‘’dat de stijgende criminaliteit een bredere aanpak behoeft’’. Paragsingh voerde aan, dat het afgelopen zittingsjaar een uitdagend jaar is geweest voor het Openbaar Ministerie (OM). Volgens haar wordt de samenleving geconfronteerd met ‘’gewelddadige excessen van drugshandel en drugscriminaliteit’’. Het OM zet zich en zal zich volgens Paragsingh, blijven inzetten om de georganiseerde criminaliteit aan te pakken. ‘’Er is kritiek geweest op het functioneren van het Openbaar Ministerie. Opbouwende kritiek mag er altijd zijn. Het Openbaar Ministerie is door alle kritiek heen blijven werken aan zijn core business en dat is criminaliteitsbestrijding. Criminaliteit bestrijden is mensenwerk, waarvoor 29 vervolgingsambtenaren zich elke dag inzetten, ondersteund door parketsecretarissen en overige medewerkers van het parket en de politie.‘’
Paragsingh benadrukte, dat het vestigingsklimaat van Suriname onaantrekkelijk gemaakt moet worden voor de georganiseerde criminaliteit. In dat kader is er een brede aanpak van de criminaliteit nodig. Paragsingh voerde aan, dat de wettelijke mogelijkheden hiertoe voorhanden dienen te zijn.
‘’Afwezigheid van de wet Bijzondere Opsporingsbevoegdheden, BOB, is voelbaar, omdat met de klassieke opsporingsmethoden deze vorm van criminaliteit die steeds complexer wordt, niet effectief aangepakt kan worden. Deze tekortkoming was reeds bij de jaarrede van het vorig zittingsjaar naar voren gebracht. Wij zijn een jaar verder en de status quo is hetzelfde. Wij doen wederom een beroep op de regering. Zorgt u ervoor dat de wet BOB komt.‘’
Het OM heeft volgens Paragsingh, nog steeds als belangrijkste prioriteit de georganiseerde ondermijnende criminaliteit en actieve criminele samenwerkingsverbanden te bestrijden. Paragsingh onderstreept, dat er steeds meer tijd en capaciteit wordt geïnvesteerd in het bestrijden van criminaliteit. De ondermijnende criminaliteit blijft volgens Paragsingh, voor Suriname een groot probleem. ‘’De samenleving wordt geconfronteerd met gewelddadige excessen van drugshandel en drugscriminaliteit. Gedacht wordt aan de zaak van twee aangetroffen lijken in vaten in de Surinamerivier, de zaak van de verkoolde lijken, beschieting bij het On the Run servicestation met twee doden en de vele andere beschietingen, die thans meer regel dan uitzondering zijn.‘’
Paragsingh stelde dat criminaliteitsbestrijding geld kost. De regering dient volgens haar de middelen ter beschikking te stellen van de handhavingsautoriteiten. ‘’Het is triest om te zien onder welke omstandigheden het Korps Politie Suriname moet functioneren. Inmiddels is een aanvang gemaakt met het onklaar maken van illegale landingsbanen, dat zijn voor nu er twee. Vermeldenswaard is dat ook legale landingsbanen worden gebruikt voor illegale activiteiten. Hiervoor zullen wij in gesprek gaan met de minister van TCT.‘’ Bij grensoverschrijdende onderzoeken is internationale samenwerking volgens Parasingh, essentieel. ‘’Wij doen een beroep op de regering om het verdrag inzake rechtshulp met Frankrijk spoedig in werking te doen treden. Een uitleveringsverdrag met Frankrijk is tevens noodzakelijk. Zonder preventie is de aanpak van ondermijning zinloos. Duurzame oplossingen, zoals het wegnemen van de voedingsbodem voor het ontstaan voor nieuwe criminele carrières, zijn eveneens van groot belang. Kwetsbare groepen worden gerekruteerd om het vuile werk te doen, aangetrokken door het snelle geld dat verdiend kan worden.’’
Milieucriminaliteit is volgens Paragsingh niet altijd zichtbaar, maar is wel zeer schadelijk voor het klimaat en voor de gezondheid van mensen, dieren en planten. Ook de aanpak hiervan is een belangrijke prioriteit voor het OM. ‘’Wereldwijd ligt de geschatte schade van milieucriminaliteit tussen de 91 en 259 miljard dollar per jaar, met een jaarlijkse stijging van 5 tot 7 procent. Dat maakt milieucriminaliteit financieel tot de vierde grootste criminaliteitsvorm wereldwijd. De opdracht is reeds door het OM gegeven om alle goudopkoopbedrijven in beeld te brengen en de vergunningen op te vragen.‘’
Het OM wordt bij de bestrijding van de milieucriminaliteit vaak geconfronteerd met vervallen vergunningen. Men stelt zich op het standpunt dat verlenging is aangevraagd, maar nog niet is verkregen en dat het een gedoogbeleid is dat activiteiten kunnen worden voortgezet zonder dat de verlenging is verleend. Het OM doet een beroep op de vergunningverlenende instanties om de verzoeken om verlenging met voortvarendheid in behandeling te willen nemen. Het OM houdt namelijk geen rekening met een gedoogbeleid en zal onverkort optreden.
-door Orsilia Dinge-