Belastingautoriteit?

De Conceptwet Belastingautoriteit (BA) heb ik onlangs onder ogen gehad.  In de memorie van toelichting staat onder andere: ‘Het belangrijkste argument voor instelling van een Belasting Autoriteit is het verlenen van meer wettelijke autonomie aan de Belastingdienst’. Het is hier al evident dat iets beweerd wordt dat zeer tegenstrijdig is en nergens uit het concept blijkt. Hoe logisch is het dat het instellen van een Belastingautoriteit wettelijke autonomie zal verlenen aan de Belastingdienst, terwijl uit het concept blijkt dat de Belastingdienst verdwijnt.

In het na volgende zal ik artikelsgewijs commentaar leveren. Uit artikel 3 lid 1 blijkt dat de BA, inkomsten zal genereren middels het heffen en innen krachtens de daartoe aangewezen wetten. Hieruit kan geconcludeerd worden dat alle soorten belastingen die we kennen door de BA geïnd zullen worden. Lid 2 bepaalt dat de BA zorg draagt voor de uitvoering van de wettelijke regelingen.

Dit betekent dat de taken van de diverse inspecteurs en ontvangers van belastingen door de Directeur en zijn onderdirecteuren zullen worden uitgevoerd. De thans wettelijke autonomie en functies van de inspecteurs en ontvangers komen te vervallen. Er wordt niet aangegeven op welke wijze de uitvoering zal plaatsvinden. Er zijn ook geen waarborgen ingebouwd om een prudente uitvoering te garanderen.

De bevoegdheden van de inspecteurs en de ontvangers kunnen ook niet zomaar afgepakt worden door de BA, omdat deze functionarissen hun bevoegdheden middels attributie hebben verkregen. Het is evident dat de autonomie hier duidelijk in het geding is, omdat de Directeur en de RvC afhankelijk zijn van de Regering en gesteld kan worden dat ze ook niet autonoom de taken zullen uitvoeren. De wet geeft geen enkel waarborg voor hun autonomie zoals benoeming voor een bepaalde tijd waarbij limitatief de gronden voor ontslag en schorsing genoemd zijn.

Artikel 5 lid 1 sub b, doet de wenkbrauwen ook fronsen: de Directeur heeft namelijk het beheer van het vermogen, fondsen, eigendommen en zaken van de BA. Dat geeft aan dat de BA vermogen, fondsen en eigendommen zal vergaren. De conclusie die hierbij naar boven komt drijven, is dat de geïnde belastinggelden niet in de Staatskas zullen vloeien, maar in het vermogen van de BA. Welke fondsen en eigendommen zal de BA beheren? Dit analyserend kan de conclusie getrokken worden dat de BA een instrument is om de Comptabiliteitswet te omzeilen. Elke regering kan met een simpele opdracht aan de gemeenschapsgelden komen en naar willekeur besteden: de wet heeft geen enkele waarborg aangegeven: om te praten van een autonome autoriteit is dus een farce.

Uit de artikelen 6 lid 1a en c blijkt dat de BA, het budget van de Belastingdienst behoudt plus de geïnde belastingen, want die komen onvoorwaardelijk toe aan de BA.

Artikel 6 lid 1b praat over subsidies en donaties. Het is evident dat zonder nadere omschrijving en waarborgen, dit een vruchtbare basis oplevert voor witwassen en corruptie. Artikel 6 lid 1d slaat alles: de BA zal betaalde diensten als agent aan de Regering verlenen. Het is onduidelijk wat hiermee wordt bedoeld. Wordt de BA een soort consultant van de regering? Wat voor diensten zal zij verlenen? Is het innen van belastingen een dienst waarvoor de regering moet betalen? Dit is klinkklare onzin, omdat de taakstelling niets anders kan zijn dan te innen namens de regering. Dit blijkt echter niet uit de wet. Artikel 6 lid 2 is helder: er is niet bepaald wat met het surplus moet gebeuren.

Namelijk: in de begroting staat dat er SRD 15.000.000, – geïnd zal worden: het is helder dat er zeker een surplus van miljarden SRD blijft kleven bij de BA, want dit zal niet naar de staatskas vloeien. Dit houdt in dat elke regering vrijelijk zonder de procedures van de comptabiliteitswet over gemeenschapsgelden naar willekeur kan beschikken. Dit is onaanvaardbaar.

Artikel 7 roept nog meer vragen op en wekt de indruk dat de BA een onroerend goed makelaar en een trust zal worden. Dit zijn taken die vreemd zijn aan een BA en doen denken dat de BA een verkapte private N.V. wordt, in plaats van een publiekrechtelijke instantie. De afhankelijke positie van de bemensing van de BA blijkt overduidelijk uit artikel 8. Het is duidelijk dat er helemaal geen sprake is van enige mate van autonomie van de BA.

Artikel 12 en 13 bevestigt de stelling dat de BA een privaatrechtelijk bedrijf is en die slechts de winst (dus niet de geïnde belastingen) aan de staat zal verstrekken. Het is duidelijk dat de BA een dekmantel zal zijn voor andere oneigenlijke taken/activiteiten. Deze wet zal fundamenteel gewijzigd moeten worden voordat het acceptabel is en geen gevaar betekent voor het voortbestaan van Suriname.

Het onderhavig concept is duidelijk niet goed doordacht (om van het positieve uit te gaan) of moet leiden tot een simpel systeem voor de regering om naar willekeur te handelen met de gemeenschapsgelden (om van het negatieve uit te gaan).

Ingezonden

Mr. Dr. Jennifer van Dijk-Silos

More
articles