OP DE STOEL VAN DE SCHEPPER

De afgelopen week werden wij voor de zoveelste keer geconfronteerd met de brute levensbeneming van een vrouw door haar ex-partner. Deze keer werd de vrouw gedood en haar ontzielde lichaam op een afgelegen plek in brand gestoken. Na goed speurwerk van de politie werd de dader zichtbaar gemaakt en aangehouden. Gedurende het lopende onderzoek bracht de moordenaar de politie naar de plek waar de verkoolde resten lagen. Voor de zoveelste keer is een vrouw door een partner of ex-partner om het leven gebracht. In bepaalde gevallen neemt de jaloezie de overhand in een stukgelopen relatie en gaat men tot deze verwerpelijke misdaad over. Wij memoreren het recente geval waarbij een vrouw een ex-vriend met een mes een fatale steekverwonding toebracht waardoor die in een politiebureau de geest gaf. Enige tijd geleden vermoordde een politieagent zijn gehele gezin, stak het huis in brand en schoot zich vervolgens door het hoofd. Allemaal zeer trieste gebeurtenissen die vermoedelijk het gevolg zijn geweest van ernstige problemen in de relationele sfeer. Maar al zou er sprake zijn van problemen tussen twee mensen, dan geeft dat nog geen enkele reden tot het overgaan tot moord en doodslag. Hoe komt men tot deze gedachten en handelingen? Een vraag waar slechts bevredigend antwoord op zou kunnen volgen na goed onderzoek ingesteld door mensen die daartoe bevoegd zijn. Men hoeft echter geen specialist te zijn om te kunnen vaststellen dat er iets goed fout zit met onze denkwijze en dat wij veel sneller dan in het verleden, denken te kunnen beslissen over leven of dood en op de stoel van de Schepper te kunnen plaatsnemen. Mensen in ons midden die tot nog toe straffeloos hebben kunnen blijven voor het plegen van brute slachtingen onder landgenoten, hebben zeer vermoedelijk daartoe het verkeerde voorbeeld gegeven, waardoor anderen gemakkelijk over deze misdadige drempel heen denken te kunnen stappen. Maar zo kan het echt niet verder en er dient met nadruk op gewezen te worden, dat platte moord en doodslag niet in onze samenleving passen en ook niet geaccepteerd zullen kunnen worden. Vooral bepaalde jongeren die denken over deze verwerpelijke drempel over te kunnen stappen, dienen te weten dat Suriname niet de richting van een Venezuela, Trinidad, Jamaica, Honduras of Nicaragua, op mag gaan. Een totale mind shift dient men te ondergaan en daar dient hard aan gewerkt te worden door niet alleen maatschappelijke groeperingen die het geweld afkeuren en zat zijn, maar ook vanwege de overheid moet er worden ingegrepen. Er moet een eind aan komen, zodat gefrustreerden onder ons het niet als een voor hen bevredigende oplossing zien om een ander van het leven beroven. Het is daarom toe te juichen dat men thans opstaat en via protesten laat weten dat hier een eind aan moet worden gemaakt. Het motto dat daarom aangemoedigd dient te worden luidt: ‘Suku yepi , taki, no naki , no kiri, fu abi wan moro betre libi makandra’.

 

More
articles