Het onderzoek dat procureur-generaal (pg) Roy Badjnath Panday heeft uitgevoerd in december 2016 om na te gaan als de schuldratio’s, opgenomen in de Wet op de Staatsschuld, zijn overschreden door financiën minister Gillmore Hoefdraad, is volgens econoom Anand Biharie onvolledig uitgevoerd. Biharie heeft een onderzoek naar de schuldratio’s verricht voor de politieke partij Strei!, en volgens dit onderzoek, zijn deze wel overschreden. Biharie geeft aan dat de procureur-generaal het onderzoek niet contentieus heeft uitgevoerd.
De assembleeleden van de fracties van de VHP, AbOP, PL, NPS en DOE, hebben op 16 december 2016 een schrijven gericht aan de procureur-generaalmet het verzoek om een onderzoek in te stellen op de Wet op Staatsschuld om na te gaan als deze is overschreden. Op 18 januari stelt de procureur-generaal middels een brief, dat uit verkregen informatie van het Bureau voor de Staatsschuld is gebleken dat in het jaar 2016 door de minister van Financiën een zestiental leningen voor de Staat Suriname werd aangegaan met buitenlandse kredietverschaffers, waarvoor het voormeld bureau verklaringen heeft verstrekt, waaruit gebleken is dat vijftien leningen vielen binnen het wettelijke obligoplafond zoals aangeven in de Wet op de Staatsschuld. De zestiende lening viel binnen de wet van 12 december 2016, waarin aan de minister van Financiën machtiging was gegeven om in afwijking van het vastgestelde obligoplafond de betreffende lening aan te gaan.

Volgens Biharie zijn er niet vijftien, maar zeventien leningen aangegaan, als die verwerkt zouden zijn zoals de wet dat eist, dan is de schuldratio wel overschreden. Ook heeft de procureur-generaal zich alleen op de buitenlandse schuldratio gefocust, terwijl de vraag van de assembleeleden was om na te gaan als de Wet op de Staatsschuld is overtreden. Biharie stelt dat de wet het heeft over drie schuldratio’s: de binnenlandse schuldratio, buitenlandse schuldratio en het totaal van de schulden. “De procureur-generaal heeft het onderzoek onjuist uitgevoerd en dat mag je hem kwalijk nemen”, aldus de econoom. Hij benadrukt dat de bevindingen van de procureur-generaal simpelweg niet houdbaar zijn.
De Wet op de Staatsschuld stelt het volgende:
1. Artikel 3 lid 1: Verbod Binnenlands Obligoplafond > 25 %
2. Artikel 3 lid 2: Verbod Buitenlands Obligoplafond > 35 %
3. Artikel 3 lid 4: Verbod Totale Bruto Obligoplafonds > 60 %
Volgens het onderzoek van Biharie is de huidige situatie:
– Binnenlands Obligopla-fond: 30%
– Buitenlands Obligopla-fond: 41%
– Totale Bruto Obligopla-fonds: 71%

-door Johannes Damodar Patak-