Het Openbaar Ministerie (OM) in de persoon van auditeur- militair Roy Elgin, is vandaag gestart met het houden van repliek in het 8 Decemberstrafproces. Dit nadat de advocaten van de verdachte hun pleidooi hebben gehouden. Het OM heeft in de burgerkamer bij de Krijgsraad, repliek gehouden tegen de hoofdverdachte Desiré Bouterse, Jimmy Stolk, Arthy Gorré en Etienne Boerenveen. De advocaten van de verdachten zullen op 29 oktober hun dupliek houden en mogen hun cliënten hun laatste woord houden.
Bouterse
Het OM heeft gepersisteerd dat de hoofdverdachte in het 8 Decemberstrafproces een gevangenisstraf van 20 jaar krijgt opgelegd. Elgin voerde in zijn repliek aan, dat er sprake is van opzet in de hoogste zin, namelijk dubbele opzet. Hij gaf aan dat Bouterse willens en wetens heeft gehandeld en in zijn getuigenis zelf heeft aangeven, dat het om een opgezet scenario ging. Volgens Elgin kan het niet zo zijn dat de machtigste man in de jaren tachtig tevens ook bevelhebber van het leger, niet op de hoogte was van de moord op de vijftien mannen. Hij zei dat volgens de verklaring van Bouterse, de vijftien mannen op de vlucht waren geslagen en dat zij door de kogels van een in paniek geraakte soldaat zijn getroffen. Volgens het OM heeft onderzoek uitgewezen dat de kogels door de ruggen van de slachtoffers zijn gegaan, hetgeen uitwijst dus dat er gericht op de borstkas is geschoten.
Tijdens zijn requisitoir op 28 juni onderbouwde Elgin zijn eis met een 35 pagina’s tellend requisitoir. Elgin gaat ervan uit dat de getuigen die zich de gebeurtenissen en zaken daaromheen tot in detail kunnen herinneren, overwegend betrouwbare getuigen zijn. Volgens het onderzoek is Bouterse medepleger van de moorden die op 8 december 1982 gepleegd zijn. Elgin concludeerde dat de moorden met voorbedachten rade zijn gepleegd en dat deze ook goed voorbereid waren. Elgin gaf aan dat de vijftien slachtoffers uit hun huis werden gehaald en dat de telefoonlijnen werden doorgesneden. Er bleef een wachter achter die de huizen van de slachtoffers moest bewaken. Elgin heeft op geen enkele wijze vast kunnen stellen dat de vijftien slachtoffers bezig waren om een coup te beramen tegen de groep van zestien. Verder heeft hij vastgesteld dat Bouterse tijdens de moorden wel aanwezig was in het Fort Zeelandia. Echter heeft hij geen bewijs gevonden dat Bouterse zelf geschoten zou hebben op slachtoffers. Elgin zei dat bewijsmateriaal erop wijst dat de verdachten een plan beraamd hadden om de vijftien slachtoffers op te pakken, te vermoorden en valselijk te beschuldigen van het willen plegen van een coup.
Stolk
Elgin heeft in zijn requisitoir tegen Stolk vrijspraak geëist. Volgens Elgin is er geen bewijs dat Stolk direct betrokken was bij het beramen en vermoorden van de vijftien slachtoffers. Stolk was werkzaam als militair in het leger en wordt verdacht van betrokkenheid bij de decembermoorden van 1982. Hij was hoofd van de penitentiaire inrichting en lid van de Krijgsraad. Hij zou naar zijn zeggen, in opdracht van de legerleiding, de veroordeelde militair Jiwansingh Sheombar uit de Santo Boma gevangenis uit zijn cel hebben gehaald en hem in zijn eigen auto hebben overgebracht naar Fort Zeelandia, waar hij even later werd vermoord. Stolk had eerder aangegeven, dat hij een opdracht van Paul Bhagwandas heeft uitgevoerd. Hij verklaarde eerder op de zitting van de Krijgsraad dat hij niet op de hoogte was van de plannen. Hij vond het ook erg dat hij later vernam dat Sheombar is vermoord.
Gorré
Tegen Gorré heeft het OM 20 jaar celstraf geëist. Echter heeft de auditeur- militair vandaag aan de Krijgsraad gevraagd om het OM niet ontvankelijk te klaren, omdat de verdachte is komen te overlijden. De raadsman van de verdachte ging mee met de eis van het OM. “De hemelse rechter heeft het recht gedaan”, waren de woorden van Elgin. Hij gaf aan dat het lichaam sterft, maar dat de ziel blijft voortbestaan. Gorré heeft tijdens zijn verhoor bij de Krijgsraad in 2011 aangegeven, dat hij niets te maken heeft met de moorden op 8 december 1982. Hij stelde dat hij het slachtoffer van rancune is geweest en geplaatst is op de verdachtenlijst, omdat hij de toenmalige legerleider, Bouterse, niet heeft uitgeschakeld. Gorré was commandant van het elitekorps Echo Compagnie. Hij verklaarde bij de Krijgsraad verder dat het beeld rond 8 december 1982 grimmig was en dat hij toen naar nachtclub Diamond is vertrokken in het bijzijn van vrienden. Hij had de leiding over 145 man in 1982. Gorré verklaarde dat hij in staat was om in te grijpen, maar zei dat er dan veel meer doden zouden vallen dan de vijftien mannen die gedood zijn. Hij benadrukte dat hij geen betrokkenheid had in het moordcomplot. Gorré kreeg van Horb de opdracht om geweersalvo’s de lucht in te schieten. Hij heeft hieraan meegewerkt, omdat het volgens hem ging om een afleidingsmanoeuvre. Op vragen van de Krijgsraad, zei Gorré dat er vanaf 1980 verschillende pogingen zijn ondernomen tot het plegen van een coup en dat hij daarom niets achter het afvuren van geweersalvo’s heeft gezocht.
Boerenveen
Elgin heeft bij de Krijgsraad gepersisteerd dat Boeren-veen een gevangenisstraf krijgt van 20 jaar celstraf, omdat hij medeverantwoordelijk zou zijn voor de moorden op de vijftien mannen. Volgens het verhoor van Boerenveen in juli 2010, was hij op 8 en 9 december 1982 niet aanwezig in Fort Zeelandia. Hij was belast met de verantwoordelijkheid van de Memre Boekoe Kazerne en heeft volgens zijn verklaring de kazerne niet verlaten. Elgin motiveerde zijn eis door te stellen dat het niet aanwezig zijn in het fort, niet wil zeggen dat Boerenveen geen dader is. Volgens Boeren-veen was hij niet op de hoogte van de moordplannen en heeft hij Surindre Rambocus die opgesloten was in de kazerne, ook niet vervoerd naar het Fort. Hij verklaarde dat hij in op-dracht van Roy Horb, garnizoenscommandant, het alarmplan in werking had gesteld.
door Johannes Damodar Patak