De groep van dak- en thuislozen is in de afgelopen jaren enorm gestegen. Er zijn niet alleen mannen die tot deze groep behoren, maar ook vrouwen, terwijl zij kwetsbaarder zijn voor de gevaren die een dakloos bestaan met zich meebrengt.
Reza Doekhie, directeur van de stichting Bureau voor Dak- en Thuislozen, zegt in gesprek met De West, dat er op dit moment geen inwoning mogelijk is voor vrouwen. De vrouwelijke dak- en thuislozen vormen een groot zorgpunt, maar de stichting beschikt volgens Doekhie niet over genoeg ruimte om ook vrouwen op te vangen. Exacte cijfers heeft het bureau niet, maar dagelijks melden zeker twee tot drie vrouwen zich aan bij de stichting.
Zij kunnen niet opgevangen worden, maar krijgen wel een maaltijd en de mogelijkheid om zich te douchen. Hoewel de stichting de bezorgdheid van de gemeenschap begrijpt, zegt Doekhie dat de dak- en thuislozen ook moeten willen, want zonder hun wil kan de stichting ze niet van de straat halen.
Om ook vrouwen te kunnen opvangen, is het volgens hem belangrijk dat bepaalde randvoorwaarden in orde zijn. Hij denkt in dit kader aan een eigen locatie wat de stichting tot op heden niet heeft en meer ruimte. Per jaar registreert het Bureau Dak- en Thuislozen, 900 tot 1000 personen, waaronder ook terugkerende personen. Het bureau biedt slechts opvang aan mannen. Het bureau heeft 17 bewoners, daarnaast melden ongeveer 70 dak- en thuislozen zich elke middag aan voor een broodje. Voor de stichting zelf is het niet gemakkelijk om het hoofd boven water te houden. Doekhie vertelt dat erop een creatieve ma-nier en door goede afspraken met de crediteuren, de stichting draaiende wordt gehouden. De stichting is afhankelijk van subsidies van de overheid die per kwartaal via het ministerie van Volksgezondheid worden overgemaakt. “Ik blijf positief”, zegt de directeur. Hij benadrukt dat hij zich zal blijven inzetten voor de medewerkers van de stichting, de dak- en thuislozen en de samenleving.
door Johannes Damodar Patak