Suriname heeft gisteren als laatste land van de Caricom, het Parijs-Akkoord in De Nationale Assemblee (DNA) geratificeerd. Dit gebeurde na de behandeling van de ontwerpwet houdende de goedkeuring van het Parijs-Akkoord. 38 parlementariërs stemde voor de goedkeuring van dit verdrag. De voorzitter van de commissie van rapporteurs, André Misiekaba (NDP), haalde aan dat we 26 jaar na de grote milieuconferentie in Brazilië, nog altijd ver van huis zijn. Volgens hem moet men gaan beseffen dat wij het milieu zijn en dat wij het zo veilig mogelijk moeten houden. Misiekaba wilde meer duidelijkheid over de uitvoering van het Parijs-Akkoord. Hij haalde aan dat het niet alleen een uitvoering moet zijn van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa), maar zei dat ook andere ministeries, zoals Natuurlijke Hulpbronnen en Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer, erbij betrokken moeten worden.
De minister van Buitenlandse Zaken (BuZa), Yldiz Pollack-Beighle, die het college informeerde over de inhoud van het akkoord, gaf te kennen dat zij dezelfde mening als Misiekaba is toegedaan. Zij gaf aan dat de hele regering zich moet inzetten voor zaken die betrekking hebben op het milieu. Daarnaast moet het volgens haar ook duidelijk zijn welke rol de gemeenschap vervult. Volgens Pollack-Beighle moet de bevolking minder plastic gebruiken en geen troep op straat gooien.
Het Parijs-Akkoord moet in 2020 al resultaten opleveren. Gezamenlijk hebben de landen die zich aan het verdrag gecommitteerd hebben, afgesproken om de opwarming van de aarde terug te brengen naar 1,5 graad Celsius. Om dit doel te bereiken, is in het verdrag opgenomen dat de rijke landen zich zullen committeren aan het financieel ondersteunen van de ontwikkelingslanden zodat die hun CO2-uitstoot terug kunnen brengen. De BuZa-minister voegde eraan toe, dat met de toetreding tot het Parijs-Akkoord, er een batterij landen klaar staat om Suriname te helpen, mocht er zich een ramp voordoen. Suriname kan met dit verdrag ook ondersteuning vragen aan de internationale gemeenschap om zijn 93 procent bosbedekking te behouden. De minister zei dat Suriname een compensatie tegemoet mag zien met als belofte dat het bos behouden zal worden.
Verder hoopt Pollack-Beighle dat de ratificatie van dit verdrag en de mogelijkheden die daaruit voortvloeien, meteen in werking worden gesteld. Ze wees op een van de mogelijkheden; Surinaamse bedrijven en economische activiteiten weerbaar maken in het kader van klimaatverandering. Volgens de minister is dit van groot belang, gezien 60-80 procent van de Surinaamse economie afhankelijk is van activiteiten in de laaggelegen gebieden.
door Richelle Mac-Nack