De regering heeft in het afgelopen jaar veel geld uitgegeven om het Onafhankelijkheidsplein te rehabiliteren, omdat de grasmat van het plein voor een groot deel was vernietigd. Eind vorig jaar werd het plein na een aantal maanden gesloten te zijn voor het publiek, wederom opengesteld nadat de grasmat volledig was gerehabiliteerd. Afgelopen vrijdag werd voor het eerst na de openstelling weer een groot evenement georganiseerd op het plein in verband met Phagwa, daarna verkeerde het plein wederom in dezelfde staat als voor de rehabilitatie van het afgelopen jaar. De directeur van Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES), Stephen Fokké, zegt dat er al enkele jaren geleden een handleiding is vervaardigd om dergelijke schade aan het plein te voorkomen. De ‘Handleiding voor duurzaam beheer en verantwoord gebruik van het Onafhankelijkheidsplein bij evenementen’, werd op 9 juni 2014 officieel overhandigd aan de toenmalige minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, Ashwin Adhin. Echter wijst Fokké erop dat de regering nooit iets heeft gedaan met dit handvest voor het plein. Hij benadrukt dat de regering deze handleiding boven water moet halen, om erger te voorkomen.
De ‘Handleiding voor duurzaam beheer en verantwoord gebruik van het Onafhankelijkheidsplein bij evenementen is vervaardigd door SGES, die verantwoordelijk is voor de Unesco- werelderfgoed site, in samenwerking met de Commissie Monumentenzorg. De historische binnenstad van Paramaribo is sinds 2002 opgenomen in de werelderfgoed site van de Unesco. Fokké haalt aan dat er in dit handvest bepaalde voorwaarden zijn opgenomen die schade aan het plein moeten voorkomen.
In de periode voor 2014, merkte SGES reeds op dat het nationale plein, grote schade had opgelopen vanwege ondeskundig en bovenal overmatig gebruik tijdens allerlei evenementen. Volgens SGES kreeg het grasveld toen al niet de nodige rust om na al dat ‘fysieke geweld’ te herstellen. In 2014 werd er al aangegeven dat een duurzaam beheer en verantwoord gebruik van het Onafhankelijkheidsplein een onderdeel vormt van het behoud en de bescherming van onze historische binnenstad.
Zo wijst de directeur van SGES erop, dat erin de handleiding is opgenomen dat er eerst een inspectie van het plein moet plaatsvinden alvorens een organisatie toestemming krijgt om haar activiteiten op het plein te ontplooien. Na de activiteit moet er volgens de handleiding weer een inspectie plaatsvinden en als er enige vorm van schade is opgemerkt, moeten de kosten gedekt worden door de organisator. “Ook was er een regel om geen auto’s op het plein toe te staan”, merkt Fokké op.
-door Richelle Mac-Nack-