De Stichting Jodensavanne die belast is met het beheer van Jodensavanne en de Casipora begraafplaats, heeft recent haar entreetarieven verhoogd in de hoop de meest belangrijke onkosten te kunnen dekken aan het eind van elke maand. De voorzitter van de stichting Jodensavanne, Harold Sijlbing, zegt in gesprek met De West, dat de reden hiertoe het wegvallen van de subsidie van de regering is geweest. De stichting heeft in 2016 voor het laatst subsidie ontvangen.

Hoewel zij in 2017 ook subsidie heeft aangevraagd, heeft de overheid geen middelen vrijgemaakt hiervoor. Sijlbing zegt dat het ernaar uitziet dat zij ook geen subsidie zullen ontvangen in 2018, want aan hen wordt steeds voorgehouden dat er geen geld is. Met het wegvallen van de subsidie kan de stichting een aantal geplande zaken niet meer uitvoeren. De voorzitter van de stichting haalt aan, dat de inkosten veel te laag zijn om de uitgaven te dekken.

Sijlbing zegt dat de leden van de stichting geen salaris krijgen, slecht een onkostenvergoeding. Sinds het wegvallen van de subsidie, kunnen de leden geen onkostenvergoeding krijgen, maar dat is volgens hem geen groot probleem. Wel een probleem is het uitbetalen van de arbeiders die belast zijn met het onderhoud van de twee bij wet aangewezen beschermde gebieden. Met het wegvallen van de subsidie wordt er volgens Sijlbing ook een groot probleem gecreëerd voor de conservering van de twee plekken. Ook zit de stichting nu met de handen in het haar als het aankomt op het uitvoeren van educatieve programma’s, geven van voorlichting met de daarvoor bestemde brochures en het uitbetalen van arbeiders. De afgelopen tijd hebben bestuursleden gelden bij elkaar gezet om de arbeiders te betalen. Door het verhogen van de entreegelden, hoopt Sijlbing dat zij de middelen rond krijgen voor de looncomponent en het directe onderhoud, andere programma’s worden zoveel als mogelijk geminimaliseerd. Hij haalt aan, dat naast de educatieve programma’s, de stichting banken wilde plaatsen bij de Casipora begraafplaats en de interpretatieborden wilde vervangen en meer wilde investeren in archeologisch onderzoek. Echter zullen deze plannen voorlopig niet uitgevoerd kunnen worden.

De toegangstarieven zijn nu gesteld op SRD 20 voor ingezetenen en SRD 40 voor niet- ingezetenen. Studenten en kinderen mogen naar binnen voor de helft van de prijs. Sijlbing zegt dat over de afgelopen jaren er niet echt een toename in het aantal bezoekers is gemerkt. Volgens hem is het bezoekersaantal vrij gelijkmatig gebleven. Per jaar ontvangt de stichting ruim 5000 bezoekers, inclusief leerlingen van scholen die bijna gratis deze monumenten mogen bezoeken. De entreetarieven worden voor scholen laag gehouden, omdat de stichting ervan uitgaat dat de jongeren de kennis van deze monumenten later zullen moeten overdragen.

Sijlbing zegt dat de bepaalde projecten van groot belang zijn voor de instandhouding van deze monumenten. Om deze uit te voeren, zullen zij projecten indienen bij bepaalde bedrijven, in de hoop dat zij ondersteund worden het geheel te onderhouden en te conserveren voor de komende generaties.

door Richelle Mac-Nack