Een groot deel van de bewoners van Coronie is actief in de visserijsector. Reeds tijdens de bouw van de dijk in Coronie, heeft de regering aanpassingen gebracht aan de dam zodat de Coronianen niet gehinderd werden in hun werkzaamheden. Bij de oplevering van de Zeedijk Coronie, heeft de minister van Openbare Werken, Transport en Communicatie, Jerry Miranda, aangehaald dat de schutsluis die over twee tot drie maanden opgeleverd zal worden, een spoedaanpassing is geweest na voorstellen van de vissers. Met de oplevering van de Zeedijk is er volgens vicepresident Ashwin Adhin reeds invulling gegeven aan het aspect van bescherming, daarmee is volgens hem fase één afgerond.
Nu zal de regering samen met de bewoners werken aan fase twee. In deze fase zullen productie faciliterende maatregelen getroffen worden. Om welke maatregelen het gaat, heeft de vicepresident niet aangegeven. Wel zei hij dat de regering het zoetwater zal laten in- en uitstromen, omdat dit voordelen heeft voor zowel de Coronianen als het milieu. Hij merkte op dat als er alleen gekeken wordt naar de bescherming en niet naar de productie faciliterende kant, het district in de problemen zal komen.
Verder haalde hij aan, dat fase twee de zelfwerkzaamheid en de werkgelegenheid in Coronie moet stimuleren. Verschillende sprekers gaven aan welke richting de regering wil opgaan om de productie te stimuleren. Mogelijkheden in de landbouw en in het toerisme werden veelvuldig genoemd als mogelijke inkomstenbronnen.
Minister Miranda zei de tijden nog te kennen toen Coronie een behoorlijke productie had. Volgens hem kijkt een ieder uit naar de oude glorie van het district, echter wees hij erop dat natuurelementen niet op zich laten wachten. Gezien het volgens hem niet altijd gemakkelijk is terug te gaan naar oude tijden, raadde hij de mensen aan te leren leven met de huidige situatie en het beste ervan te maken. Coronie is ruim 2 kilometer van haar land kwijtgeraakt. Miranda benadrukte het belang van de mangroven en drukte de mensen ook op het hart om de dijk goed te onderhouden.
door Richelle Mac-Nack