‘Minister moet concrete wetsartikelen aantonen’
De minister moet concrete wetsartikelen aantonen waaruit blijkt dat verzekeringsmaatschappijen zich niet houden aan de Wet Nationale Basiszorgverzekering bij het innen van premies per kwartaal, half jaar en jaar. Zo reageert de voorzitter van de Surinaamse Vereniging van Assurantie Maatschappijen (Survam), Armand Achaibersing, in gesprek met De West. Hij benadrukt dat de verzekeringsmaatschappijen de wet ook kennen. De voorzitter geeft aan dat er hierover overleg is geweest met het uitvoeringsorgaan en ook met de juridische adviseurs van dit orgaan. Er staat volgens hem in de wet niet op welke wijze de maandpremies betaald dienen te worden of dat het verboden is dat er termijnen worden gehanteerd.
Achaibersing zegt dat de verzekeringsmaatschappijen een heleboel mensen die niet verzekerd zijn, hebben gehad op hun stoep. Deze mensen hebben zich laten verzekeren, omdat zij zorg nodig hadden. Hij legt uit dat de mensen vaak vijf tot zes dagen in het ziekenhuis liggen en specialistische zorg genieten, maar slechts voor twee of drie maanden premie betalen, terwijl de kosten per ligdag honderden SRD bedragen. “Dan nog moeten de mensen dan drie maanden verzekerd worden door de wet”, aldus de voorzitter van de Survam. Hij voert aan dat elke verzekeringsmaatschappij afhankelijk van de relatie die zij heeft met de verzekerde, wel toelaat om de premie maandelijks te betalen. Achaibersing zegt dat de Survam een brief naar de minister heeft geschreven waarin zij vraagt om de premie van de basiszorgverzekering te verhogen. Hij geeft aan dat het niet meer vol te houden is en vreest er zelfs voor dat de verzekeringsmaatschappijen in nog grotere problemen zullen belanden. Achaibersing merkt op dat het voor wat betreft de medische verzekeringen van het bedrijf, een slecht jaar is geweest, hij verwacht een behoorlijk verlies. Het weghalen van de dure zorg uit de basiszorgverzekering is volgens hem een model. Echter moet de minister wel eerst praten met alle actoren, alvorens hij dit model presenteert in het parlement.
door Johannes Damodar Patak
