De terugkeer van de geëvacueerde dorpelingen in het district Marowijne die getroffen waren door de wateroverlast, is even aangehouden. Freddy Daniel, districtscommissaris van Marowijne, zei dat de bewoners van het dorp Dantapu terug wilden naar hun woongebied, maar dat aan hen gevraagd is om nog even op de huidige locaties te blijven, zodat er gewerkt kan worden aan de ontsmetting van de overstroomde gebieden.
Vanwege de zware neerslag in de avond van 16 op 17 mei j.l., waren diverse gebieden in Marowijne getroffen door watersnood. Door de aanhoudende neerslag zijn rivieren en kreken buiten hun oevers getreden. Albina, Moengo en een paar dorpen, waaronder Dantapu en Akalekondre, zijn hierdoor onder water gelopen. Als gevolg hiervan werden de dorpelingen geëvacueerd naar hoger gelegen gebieden. Ongeveer tien gezinnen werden ondergebracht in woningen op Moengo. Ondanks dat het water aan het dalen is, moeten zij voor nu nog op deze locaties blijven.
Over eventuele maatregelen die genomen zouden kunnen worden indien het weer regent, zegt Daniel dat zij dan in dezelfde situatie zullen komen als voorheen. Hij geeft aan dat de dorpelingen begrijpen dat zij hogerop moeten bouwen, maar zegt dat de dorpen langs de rivier zijn gebouwd wegens de economische activiteiten en het gebruik van het water. “Het wordt straks een dilemma als dorpelingen hoger gaan wonen, omdat de overheid dan eerst zou moeten zorgen dat alle nutsvoorzieningen daar naar toe gebracht worden”, zegt hij.
Door de wateroverlast zijn diverse huizen en erven onder water gelopen. In bepaalde gebieden had het water een hoogte van 1.50m bereikt. Er is hierdoor veel schade aangericht aan de inboedel van de huizen. Daniel zegt dat de calculatie van de totale schade die aangericht is, opgemaakt kan worden nadat de bewoners teruggekeerd zijn naar hun oorspronkelijke woongebieden. Hetzelfde geldt voor de kostgrondjes meer die krijgen meestal verder dan de woongebieden van de dorpelingen, waardoor zij eerder droog kwamen te staan.

door Priscilla Kia