De protestactie van afgelopen maandag was volgens Robby Naarendorp, bestuurslid van Ravaksur, een duidelijk signaal naar de regering toe. De afgelopen dagen hebben regeringsfunctionarissen en andere mensen het gedrag van de demonstranten tijdens de acties afgekeurd. Naarendorp geeft aan dat er niets mis was met het actiemodel van de vakbeweging en andere groeperingen. Hij merkt juist op dat het de vakbeweging is die gebruikt maakt van hun rechten binnen een rechtstaat. Hij benadrukt dat alles binnen recht en wet is gebeurd. De betogers wilden volgens Naarendorp, dat de Belastingdienst de financiële middelen gaat halen bij de bazen die het geld bezitten, maar er werd een ander beeld geschetst, namelijk alsof de actievoerenden de dienstdoende ambtenaren wilden aanvallen. Integendeel was het de bedoeling dat de werknemers van het Belastingkantoor de acties ook zouden ondersteunen. Naarendorp merkt op dat er kapitaalkrachtigen zijn in onze samenleving die geen of weinig belasting betalen.
Volgens hem is het makkelijk om extra gelden van het arme volk af te troggelen.
Naarendorp geeft aan dat het gebouw van het ministerie van Onderwijs, aan de Heerenstraat, door de betogers bezet was om een duidelijk signaal af te geven aan minister Robert Peneux dat er geen intimidatie, zoals de ‘no work, no pay’ maatregel geaccepteerd zal worden de leerkrachten die meedoen aan de acties. Hij merkt op dat ambtenaren geïntimideerd worden door bepaalde mensen op de ministeries. “Mensen zijn rancuneus bezig”, aldus Naarendorp. De leiders van de vakbeweging zijn continu bezig te overleggen met elkaar over de actiemethode van volgende week dinsdag. De acties zijn voor deze week gestopt, omdat er rekening wordt gehouden met de lijdensweek van de christenen. Volgende week worden de acties weer hervat. De voorzitter van de BvL/ALS, Wilgo Valies, zei afgelopen maandag op het terrein van het ministerie van Onderwijs, aan de Heerenstraat, dat de acties van de tweede versnelling opgevoerd zullen worden naar de vierde versnelling, zonder een rempedaal.
door Johannes Damodar Patak
