BEVEILIGING VOOR WIE?

De zaakofficieren werkzaam bij het Openbaar Ministerie (OM), hebben gisteren het werk neergelegd nadat het hun duidelijk werd dat hun beveiliging op last van de minister van Justitie en Politie wordt afgebouwd. In verband met deze beslissing van de minister van Justitie en Politie werd er een persbericht door de officieren van justitie uitgegeven waarin het aangenomen standpunt gebaseerd is op het feit dat er momenteel een pijnpunt  is ontstaan welke maakt  dat zij zich ernstig  zorgen maken over  het al dan niet bestaan van randvoorwaarden die een veilige en verantwoorde beroepsuitoefening garanderen.  En dan is het voor een ieder duidelijk dat de randvoorwaarden onmiddellijk betrekking hebben op de veiligheid van officieren van justitie, de zogeheten zaakofficieren. Deze ambtenaren werkzaam op het Openbaar Ministerie en belast met de vervolging van verdachten in strafzaken, zijn absoluut niet blootgesteld van gevaar en dienen daarom bescherming te hebben, vooral in een tijd dat er tal van gewapende misdadigers rondlopen die een bedreiging voor hen kunnen vormen. Suriname is in de laatste decennia veranderd in een gewelddadig land, waar zich ook lieden ophouden die regelrecht betrokken zijn bij de grensoverschrijdende misdaad. Indien een zaakofficier bij een strafzaak betrokken is en een strafeis moet doen tegen een zware crimineel, dient hij of zij op alles voorbereid te zijn en moet kunnen bogen op een capabele bescherming c.q. beveiliging. Deze beveiliging is al jaren aanwezig en wordt verzorgd door agenten van politie. Die bescherming wenst de minister van justitie, die zelf over een perfecte manbeveiliging beschikt, af te bouwen, omdat ze de politiemensen elders wenst in te zetten ter bestrijding van de oprukkende criminaliteit.  De zaakofficieren bij het OM zijn thans niet langer bereid te werken zonder de beveiliging.  Het is niet vreemd dat de officieren van justitie zich goed beschermd voelen door capabele politieagenten, omdat het OM en het KPS gezien kunnen worden als een twee-eenheid, waar het onderlinge vertrouwen hoog gesteld is.  Gesuggereerd is  uit te kijken naar de mogelijkheid om de officieren van justitie te beveiligen door de Centrale Inlichtingen en Veiligheids Dienst (CIVD) een onderdeel dat regelrecht onder de president ressorteert.  Bepaald geen juist initiatief, omdat bij een dergelijke constructie, er geen sprake meer is van een twee-eenheid, zoals die wel het geval is tussen het OM en leden van het KPS. Waarom men plotsklaps de politiemensen weg wenst te halen als beschermende factor voor zaakofficieren bij het OM, is vreemd en onacceptabel. Zulks vooral, omdat de regering wel manschappen weet vrij te maken voor lieden die eigenlijk helemaal geen bescherming behoeven. Districtscommissarissen en parlementariërs die met zware militaire wapens worden beveiligd en dan vaak genoeg ook nog gedurende een geheel etmaal. Zelfs een propagandachef van deze regering geniet deze bescherming en officieren van justitie, die vaak heel gevaarlijke zaken dienen af te handelen vanwege het Openbaar Ministerie, worden door het afbouwen van de beveiliging, vogelvrij verklaard.  Het is dan ook alleszins begrijpelijk dat deze ambtenaren het werk hebben neergelegd om hun eis tot continuering van een gedegen bescherming, kracht bij te zetten. Hopelijk komt de regering terug op deze onbegrijpelijke en verwerpelijke  maatregel.

More
articles