ONGELOOFWAARDIGE KLIEK

Suriname verkeert momenteel in een ernstige financieel-economische crisis die zich laat gevoelen door devaluaties van de SRD ten opzichte van de dollar en de euro, het daarna ontstane zeer instabiele wisselkoersenregiem , en als gevolg van dit alles  prijsstijgingen in alle sectoren van de maatschappij.  De Surinaamse regering heeft ernstige financiële tekorten en betaalt haar rekeningen aan zoveel personen en instanties gewoon slecht of helemaal niet. De middelen die zich nog in de staatskas bevinden, zijn ruim onvoldoende om de enorme overheidsuitgaven te dekken en de regering is noodgedwongen naar het IMF gestapt voor financiële hulp. Met het IMF is een akkoord getekend op basis van een hervormingsprogramma dat de regering naar verluidt zelf had opgesteld en aangeboden. Het IMF stelde wel een aantal eisen  om tot hulp te kunnen overgaan. Uiteindelijk werd afgesproken dat er 478 miljoen dollar aan Suriname zou worden overgemaakt in tranches. De eerste tranche kwam binnen, maar de tweede werd door het IMF aangehouden, omdat Suriname zich niet aan de voorwaarden die in het akkoord vermeld staan, wenste te houden. Het IMF wenst dat de Suri-naamse regering een eind brengt aan met name de subsidie op brandstof en op die van de nutsvoorzieningen. De regering kan die eisen niet doorvoeren, omdat ze zeker weet dat daaruit ernstige sociale onrust zal voortvloeien. Ook wenst het IMF dat de regering zware bezuinigingen van haar uitgaven doorvoert omdat het fonds weet dat op deze voet doorgaan, betekent dat er geen voorspoedige redding van de Surinaamse economie mogelijk zal zijn. De regering heeft zich gecommitteerd aan het akkoord met het IMF, maar wenst thans uit puur lijfsbehoud  het akkoord niet naar letter en geest na te leven. Het IMF heeft dan terecht ook besloten de tweede tranche aan dollars, bestemd voor de Centrale Bank van  Suriname, niet over te maken. Het is dan ook verwachtbaar dat de financiële problemen van Staat in de komende maanden eerder zullen verslechteren dan een verbetering zullen tonen. En juist omdat deze regering weet wat haar te wachten staat, zou ze de beloofde bezuingingen nu wel strak moeten doorvoeren en geen onnodige uitgaven meer toelaten. Een defilé houden in Commewijne in verband met de 41ste onafhankelijkheidsdag, zou alvast afgeblazen moeten zijn. Dat geld zou de regering hebben kunnen reserveren voor de gezondheidszorg of kindertehuizen die het toch al zo moeilijk hebben en nog maar nauwelijks kans zien te overleven.  En dan ineens deze week een missive van de Raad van Ministers, waarbij er weer rijkelijk met geld wordt gestrooid richting leden van de regering. Wij vinden het geen slecht idee dat elke ambtenaar SRD 100,- in verband met de kerst wordt gegund. Wat  echter totaal niet door de beugel kan, is de SRD 50.000,- die wordt vrijgemaakt voor elke minister in de vorm van representatie en SRD 75.000,- voor de vicepresident en SRD 125.000,- voor president Bouterse voor hetzelfde doel. De leden van de Raad van Ministers krijgen naar onze mening al vorstelijke salarissen en daar zijn de emolumenten nog niet bij. Waarom moeten deze buitensporige bedragen alsnog vrijgemaakt worden om familieleden , vrienden en kennissen aan het einde van het jaar nog extra te verwennen met gelden die aan het volk van Suriname behoren en afkomstig zijn uit belastingafdrachten?  Hoe wil je dit volk nog wijsmaken, dat je bereid bent te bezuinigen als je ten eigen bate zo met volksmiddelen denkt te kunnen stoeien?  Deze regering weet beter dan wie dan ook, hoe precair de toestand is en toch is zij niet bereid het goede voorbeeld te geven door zeer behoedzaam met staatsmiddelen om te gaan. Rij bigi wagi prey bigi tem smijt nanga moni fu a pipel dati na a gwenti fu na kabinet Bouta. We zijn vrijwel aan het einde van 2016 en gaan een zeer moeilijk jaar tegemoet. Een jaar waarin dit regiem verwacht dat ze in staat zal zijn ons nog verder in katibo te brengen. Ze vergeet echter één ding en  dat is dat aan ieders geduld een eind komt. Loontrekkers die het thans al heel moeilijk hebben, zullen met eisen komen en daar zal ook de regering mee geconfronteerd worden. Bouterse kan wel beloven dat de ambtenaren in april wat meer geld kunnen verwachten , maar het is zeker niet duidelijk waar hij de middelen vandaan denkt te halen. Wanneer de vooruitzichten niet goed zijn  en je weet dat de verdiencapaciteit van de overheid niet zwaar zal toenemen, dan moet je zeker niet op provocerende wijze tegen het einde van het jaar met zware representatieve tegoeden voor je kabinet en jezelf tevoorschijn komen. Wie het kruis heeft, zegent zichzelf , is ook nu weer goed gedemonstreerd aan dit volk, waarvan verwacht wordt dat het geduld moet betrachten en zich onder alle omstandighden rustig dient te houden. Daar mag men niet zo zeker van zijn in het komende jaar.

More
articles