REGEREN EN BESTUREN BETEKENT VOORAL VOORUITZIEN

Of je nou een politicus bent die aan de leiding van een regering staat of een econoom gespecialiseerd is in statistieken en belast is geweest met de hoogste leiding van een Centrale Bank, je dient over een vooruitziende blik te beschikken en dan dienovereenkomstig maatregelen te nemen om tot effectief en efficiënt bestuur te geraken en zo brokken te voorkomen. Als je een vooruitziende blik hebt en de gelegenheid hebt om voorzorgsmaatregelen te treffen, dan is de kans zeker kleiner dat een monetaire voorraad verdampt door het inzakken van een goudprijs of aardolieprijs per barrel. De vroegtijdige introductie van een garantiefonds en zijn versteviging had een solide basis moeten vormen voor het kunnen opvangen van dalende inkomsten afkomstig uit je voornaamste exporten. Tot het jaar 2012 waren die inkomsten uit de goudsector, de aardoliesector en de bauxietsector hoog, doch men hield binnen de regering Bouterse I geen rekening ermee dat de prijzen voor deze belangrijke deviezenverdienende exportproducten eens behoorlijk zouden kunnen kelderen. De overheidsuitgaven bleef men opvoeren en op verschillende momenten werden onze belastingcenten doodgewoon verkwist en door corruptelingen verduisterd. Duizenden personen die geaccommodeerd moesten worden, werden toegevoegd aan het ambtenarenapparaat. Het kon allemaal niet op, omdat de NDP geen rekening wenste te houden met eventueel dalende exportinkomsten en vooral niet die valutaverdieners uit de goud-, aardolie- en bauxietsector. Daar hebben de economen , monetair economen, en financiële adviseurs van de regering Bouterse I toen geen rekening mee gehouden. En binnen enkele maanden klapte de zaak in elkaar, de goudprijs viel met ongeveer 2000 US-dollar per troy ounce omlaag en de aardolieprijs per barrel kelderde naar meer dan 50 procent. Op vrijwel hetzelfde moment kelderde ook de prijs voor aluinaarde op de internationale markt op significante wijze en werd het duidelijk dat de Suralco L.L.C. verdere investeringen zou aanhouden. De tekenen waren op dat moment al zeer duidelijk en zowel op de Centrale Bank van Suriname als op het ministerie van Financiën, moest een lichtje gaan branden dat de inkomsten terugliepen en de uitgaven gelijk waren of zelfs omhoog gingen en wel op een zeer verontrustende wijze. De deviezeninkomsten raakten gehalveerd en daar moest iets tegen gedaan worden. En juist omdat er geen garantiefonds was opgezet en men dacht slapend rijk te worden of al te zijn, wist men geen andere uitweg te bedenken dan de monetaire reserves aan te spreken. Hieruit kan zonder enige twijfel geconcludeerd worden, dat men niet over een vooruitziende blik beschikte en dat men de grote fout beging de voormelde reserves aan te spreken met als gevolg de stelselmatige ontwaarding van de SRD tegenover de dollar. Waar ook op gewezen dient te worden, is dat met het aantreden van de NDP-regering Bouterse I in augustus 2010 de onafhankelijkheid van de Centrale Bank van Suriname gelijk teniet werd gedaan. De toenmalige governor van de Centrale Bank van Suriname, heeft na zijn aantreden naar onze mening de onafhankelijke positie van de bank, zoals die er wel was onder zijn voorganger Telting, nimmer kunnen afdwingen. Van NDP-regeringen is bekend dat men op grote schaal om zuiver populistische overwegingen wenst te verspillen en dan maakt het ze niet uit, waar de middelen vandaan moeten worden gehaald. Zowel tijdens de zogeheten revo als tijdens de regering Wijdenbosch 1996-2000 werd er dan ook flink gegraaid uit de kas en de monetaire reserves van de Centrale Bank van Suriname. Dat de huidige minister van Financiën thans naar voren haalt dat de deviezenvoorraad is verdampt door een verkeerde inschatting van de goudprijs, is naar onze mening maar ten dele waar. De man had genoeg mogelijkheden om flink te sparen voordat de prijs zo drastisch kelderde, maar men koos ervoor niet te sparen binnen een fonds, maar wel vreselijk uit te geven voor wat hij de continuïteit van de bedrijvigheid van de overheid wenst te noemen. De minister geeft toe dat de staatsuitgaven waren gericht op het bestedingspatroon van de overheid, wat naar onze mening toen al buitensporig hoog lag en ook toen een stijgende lijn bleef vertonen. Instede snel tot bezuiniging over te gaan, bleef men maar verder spenderen, terwijl men toen al kon zien dat de inkomsten in plaats van een toename, een afname vertoonden. Wat de minister er niet bij vertelt, is hoe stelselmatig de monetaire reserves zijn verzwakt en zes maanden voor de verkiezingen zeer intensief zijn aangesproken met wel 55 miljoen dollar per maand met als doel de indruk te wekken dat de SRD-koers van 3.35,- de juiste was om geen onrust voor de verkiezingen te veroorzaken. De NDP moest namelijk de schijn opwekken dat alles koek en ei was en dat de regering Bouterse geen financiële problemen had. De NDP moest koste wat kost de verkiezingen winnen. Tegen het einde van het jaar werd wel duidelijk hoe ernstig verzwakt de SRD wel in waarde was geraakt ten opzichte van de dollar en waren opeenvolgende devaluaties van onze nationale munt onvermijdelijk waardoor we nu in een vreselijke financiële crisis zitten waar elke Surinamer zwaar onder lijdt. Ook nu is men zich wederom zwaar aan het rijk rekenen door zich te willen blindstaren op de inkomsten die moeten komen uit de Merian goudmijn in het oosten van ons land waar Surgold binnenkort moet starten met haar mijnactiviteiten. Wie geeft ons de garantie dat de goudprijs hoog genoeg blijft om er voldoende aan te kunnen verdienen? Deze regering heeft ons in de grootste problemen gebracht door wanbeleid, een niet vooruitziende blik te hebben en aanhoudende verspillingen te plegen met staatsgelden die ze op een andere productieve wijze had kunnen aanwenden. De regering Bouterse moet een keertje de euvele moed kunnen opbrengen door te stellen dat ze zelf kardinale fouten heeft gemaakt en wel op het financiële en economische vlak en niet steeds hameren op externe factoren die ons zouden hebben geleid naar de financiële ellende waarin we thans verkeren.

More
articles