Bedrijven binnen de agrarische sector hebben de mogelijkheid te werken aan het verbeteren van hun producten alsook te werken aan de gereedheid voor export. Deze mogelijkheden hebben ze gekregen toen het project, dat de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA) in 2015 heeft ingediend bij de Caribbean Development Bank (CDB), goedgekeurd werd. Gisteren is in het gebouw van de ASFA een aanvang gemaakt met de workshops die verbonden zijn aan dit project en die uitgevoerd worden binnen de agrarische sector.
Het programma, dat bekend staat als het `Export Readiness Programme’, werkt met 29 agrarische bedrijven. Deze bedrijven zijn onderverdeeld in twee groepen: Tear 1 en 2. In Tear 1 zijn achttien bedrijven opgenomen die al een exportprogramma hebben.
Bij Tear 2 gaat het om elf bedrijven, die nog aan hun productie moeten werken. Tijdens de workshops zal er ingegaan worden op een market access plan en capacity building plan, dit is afhankelijk van de groep waartoe de bedrijven behoren.
De directeur van het Suriname Business Forum (SBF), Gilbert van Dijk, zegt dat het de bedoeling is om de geselecteerde bedrijven op een ander exportniveau te brengen. “We willen de bedrijven op buitenlandse markten krijgen. We wilden eerst werken met Trinidad and Tobago, Barbados en Jamaica. Maar Jamaica is weggevallen, omdat ons budget het niet toeliet”, zegt Van Dijk. De directeur van SBF zegt dat de bedrijven tijdens de workshops zullen leren hoe zij meer exportgericht kunnen produceren. Aan het eind verwacht Van Dijk dat de bedrijven partners zullen identificeren in Trinidad and Tobago en Bardados en dat ze deals zullen sluiten met de afnemers aldaar.
Dit programma wordt uitgevoerd in samenwerking met het Caraibisch bedrijf NexConnex. De werkgroep die verbonden is hieraan, bestaat uit het ministerie van Handel en Industrie, het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij en ASFA en SBF.
Winston Wielson, manager Research en Strategic Planning van het Suriname Business Development Center (SBC), deelt mee dat Suriname de mogelijkheid heeft om ook halffabrikaat te produceren in plaats van alleen eindproducten. Hij vult verder aan dat er op meer marktmogelijkheden ingegaan zal worden tijdens de workshops. De halffabrikaten zijn gericht op pulpproducten, zoals ananas, zuurzak, guave, papaja en peper.
Bij de opening liet de directeur van Handel en Industrie, Reina Ravales, weten dat dit programma kan bijdragen aan exportvergroting, meer werkgelegenheid en het overdragen van technische kennis naar het ministerie toe. De directeur van SBF gaf aan dat het programma ook geïmplementeerd kan worden in andere sectoren. Volgens hem zal het van het ministerie van Handel en Industrie afhangen of dit programma uitgebreid wordt naar andere sectoren.
door Richelle Mac-Nack