De bond van personeel bij het Diaconessenhuis (DKZ) heeft op vrijdag 10 juni 2016 een algemene ledenvergadering gehouden. De ALV was naar aanleiding van het schrijven van de directie, dat zij vanwege precaire financiële situatie, geen aanvang kan maken met de onderhandelingen. Verder verwijst zij naar de wijziging van de verzekeraar voor de groep van 0-16 jaar en 60 plus grote onduidelijkheid met zich mee voor wat betreft het innen van de ziekenhuis tegoeden bij Self Reliance. In een heel bewogen vergadering hebben de leden de directie een ultimatum gesteld, dat inhoudt, dat de cao- onderhandelingen uiterlijk eind augustus 2016 moeten aanvangen. Deze onderhandelingen moesten eind 2015 aanvangen. De directie heeft toen gevraagd om die te verschuiven naar begin 2016, omdat het ziekenhuis in financiële problemen verkeerde. De directie geeft aan, dat deze financiële problemen zijn ontstaan, toen de regering het besluit nam, om de BZSR te introduceren in 2013 en de wet voor de tussengroep op 9 oktober 2014 is ingevoerd. De overeenkomst is getekend in april 2015. Vanaf dat moment wordt er met Survam onderhandeld. Gelden worden ontvangen van enkele verzekeringsmaatschappijen, waarvan Self Reliance de grootste verzekeraar was, het ministerie van Sociale Zaken en nog een paar particuliere bedrijven. Hoewel Self Reliance over de grootste groep verzekerden beschikte, betaalde zij het slechtst. Het ziekenhuis heeft ook nog geld tegoed bij dat bedrijf. De maatschappijen dienen, volgens de overeenkomst, 90 dagen na indiening van de garantiebrieven te betalen. Vaak genoeg worden garantiebrieven pas na 9 maanden afgegeven. Aan de andere kant zijn de tarieven aan de zeer lage kant. Deze zijn nu ver beneden de kostprijs. De roep van de ziekeninstellingen om de ligdagtarieven aan te passen, heeft nog niet het gewenste resultaat opgeleverd. Het lukt de directie daarom dan ook niet, de salarissen op de afgesproken datum uit te betalen. Door de late uitbetaling van de salarissen, worden zij die een lening bij een bankinstelling hebben, geconfronteerd met een boeterente.
De werknemers zijn de mening toegedaan, dat zij al haast een jaar geen correctie van hun loon hebben gehad. De verhoogde prijzen en tarieven van goederen en diensten, maken dat zij niet meer rondkomen met hun sterk afgewaardeerd salaris. Deze situatie heeft tot gevolg dat de arbeidsvreugde en vrede ernstig zijn verstoord. De vergadering heeft unaniem besloten de directie tot eind augustus 2016 de ruimte te geven, alles in het werk te stellen, zodat voor het ultimatum de onderhandelingen van start kunnen gaan. Indien dat niet het geval zal zijn, kan er geen garantie worden gegeven voor de continuïteit van de werkzaamheden.