“Niemand had kunnen voorzien hoe groot en complex de crisis werkelijk zou zijn.” Met die woorden begon president Chandrikapersad Santokhi zijn terugblik op de afgelopen vijf jaar, in een exclusief interview met Dagblad De West. In een openhartig gesprek schetste hij de enorme uitdagingen waarmee zijn regering werd geconfronteerd, de maatregelen die genomen zijn om het land uit het slop te halen, én de lessen die daaruit zijn getrokken.
Start in een diepe crisis
Toen de regering-Santokhi in juli 2020 aantrad, bevond Suriname zich in een diepe financiële, economische en institutionele crisis. De president sprak van een ‘lege staatskas’, onbetaalbare schulden en een ambtelijk apparaat dat verzwakt was door een decennium van wanbeleid. “We wisten dat de situatie ernstig was, maar dat het zo complex zou zijn, dat konden we niet voorzien,” aldus Santokhi. “Naast een binnenlandse schuldenproblematiek waren er ook ingewikkelde contracten met bedrijven, die haast niet opzegbaar waren. En daarbovenop hadden we de nasleep van de COVID-19-pandemie, die ons als samenleving letterlijk en figuurlijk lamlegde.”
De president benadrukte dat de coronacrisis niet alleen gezondheidsschade veroorzaakte, maar ook psychologische en sociaal-economische wanhoop met zich meebracht. “Mensen wisten op een gegeven moment niet meer of we als mensheid überhaupt zouden overleven. Dat mogen we nooit onderschatten.”
Uit de crisis
Santokhi beschreef de eerste twee jaar van zijn regeertermijn als een periode van crisisbeheersing, waarin er hard werd gewerkt aan herschikking van de schulden en hervorming van het overheidsbeleid. De daaropvolgende twee jaar stonden in het teken van economische stabilisatie, mede dankzij een akkoord met het Internationaal Monetair Fonds (IMF). “We hebben offers gebracht, het volk heeft offers gebracht. Maar vandaag zitten we in een groeifase. Dat is het resultaat van samen volhouden.”
Volgens de president is het nu van groot belang dat die fase van groei helder wordt uitgelegd aan de samenleving. “De moeilijke fasen zijn achter de rug. En als we succes boeken, dan is dat een gezamenlijk succes van de hele samenleving. Nu is het tijd om terug te geven en niemand achter te laten.”
“Ik ben president van iedereen”
Op de vraag wat zijn persoonlijke drijfveer blijft na vijf jaar aan het roer, antwoordde Santokhi met nadruk: “Ik ben president van alle Surinamers, niet van een bepaalde groep. En dat is iets wat soms vergeten wordt. Maar dat draag ik elke dag met me mee.” Hij vertelde geraakt te zijn door ontmoetingen met burgers, zoals een vrouw die hem onlangs zei: “Eindelijk een president die ons ziet.” Zulke woorden, zei Santokhi, blijven hem bij. “Soms hebben mensen geen grote oplossingen nodig, maar gewoon aandacht. Een luisterend oor. Een brasa. Dat is wat het verschil maakt.”
door Gladys Findlay