Terwijl het ministerie van Buitenlandse Zaken, Internationaal Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) afgelopen vrijdag met enige trots het Nationaal Migratie-beleidsplan presenteerde, blijft de vraag, wat dit concreet betekent voor Suriname zijn bevolking. De West was bij de bekendmaking niet uitgenodigd, maar wil in het kader van transparantie en informatieplicht, alsnog helderheid scheppen voor haar lezers.
Het beleid, gecoördineerd door Jan Willem Weghem, moet richting geven aan hoe Suriname de komende jaren omgaat met migratie. Volgens BIBIS is het beleidsplan opgesteld in samenspraak met diverse belanghebbenden en gebaseerd op zogenoemde push- en pullfactoren, die invloed uitoefenen op migratiebewegingen. Echter, het blijft onduidelijk hoe deze abstracte uitgangspunten worden vertaald naar concrete maatregelen. Wat wil BIBIS met dit plan bereiken? Hoe sluit het aan op de huidige economische realiteit, waarin tekorten in onder andere de landbouw-, medische en bouwsector steeds nijpender worden? En in welke mate worden sociale en demografische effecten meegenomen, zoals de bestaande werkloosheid onder jongeren en de uitstroom van geschoolde arbeidskrachten naar het buitenland?
De gepresenteerde stukken wijzen op het inzetten van arbeidsmigranten als mogelijke oplossing voor personeelstekorten, mede als gevolg van vergrijzing. Suriname zou actief buitenlandse werknemers kunnen aantrekken, om zo economische groei te stimuleren. Maar hoe wordt voorkomen dat deze instroom leidt tot verdringing op de arbeidsmarkt, sociale spanningen of het uitblijven van structurele investeringen in de eigen beroepsbevolking?
De West nodigt het ministerie van Buitenlandse Zaken uit om meer duidelijkheid te geven over de toepassing, controlemechanismen en de maatschappelijke visie achter dit plan. Wat mogen burgers verwachten na de verkiezingen van 2025? Welke waarborgen komen er voor kwetsbare groepen? En op welke manier wordt gegarandeerd dat Suriname migratie gebruikt als middel tot duurzame ontwikkeling — en niet als pleister op een dieperliggend sociaaleconomisch probleem?
De bal ligt nu bij de regering om openheid van zaken te geven, want zoals bij elk beleid dat onze grenzen én onze toekomst raakt, is transparantie geen luxe, maar een noodzaak.