Het advies van het Financieel Economisch Platform (FEP) aan president Desiré Bouterse om de watertarieven naar boven bij te stellen, naast de verhogingen voor energie en brandstof, sluit aan op een lang gekoesterde wens van de Surinaamsche Waterleiding Maatschappij (SWM). De tarieven worden kunstmatig laag gehouden voor de consument. De waterleverancier heeft begin 2004 voor het laatst de prijzen opgetrokken. SWM-manager Operation, Alwin Linger, zegt in een vraaggesprek met De West en Starnieuws dat de bedrijfstop vorige week een ontmoeting heeft gehad met het FEP en dat de SWM daarbij opnieuw heeft onderstreept hoe belangrijk het is dat de SWM marktconforme tarieven gaat hanteren.
Als gevolg van de veel te lage tarieven, moet de SWM op structurele basis inbinden en veelbelovende projecten op de lange baan schuiven, omdat het geld er gewoon niet is. Linger zegt dat het bedrijf de overheid jaarlijks herinnert aan de precaire bedrijfssituatie, en wijst op de plannen die niet kunnen worden uitgevoerd, vanwege de miljoenen die worden misgelopen. In zijn voorstellen van woensdag en donderdag aan het FEP, heeft Linger nagedacht over de opties van tariefaanpassingen voor de verschillende categorieën van verbruikers. Hoe de tariefaanpassingen doorgevoerd zullen worden, is echter een zaak van de regering.
Om het gat tussen de marktconforme tarieven en de gesubsidieerde tarieven te illustreren, legt de SWM-topman uit dat de gemiddelde kostprijs, gelet op de operationele kosten SRD.2, 90 per kubieke meter bedraagt, maar in de praktijk vraagt de SWM gemiddeld SRD.1,80 per kubieke meter. “In die prijs van SRd.2,90 zijn de investeringen van rond de US$ 260 miljoen niet meegenomen die wij nodig hebben om de optimalisatieslag te plegen tussen nu en 2024”.
Om het bedrijf toch draaiende te houden, is de SWM genoodzaakt om projecten die niet acuut zijn, on hold te zetten, en zelfs reparaties, beheer- en onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en het netwerk op de lange baan te schuiven. De subsidies vanuit de staatskas zijn bij lange na niet voldoende om het gat te dichten dat gaapt tussen de verkoopprijs en de gewenste marktconforme tarieven.
Hoewel de SWM nog moet zien naar welk niveau de watertarieven worden opgeschroefd, heeft Linger al plannen op stapel die uitgevoerd zouden kunnen worden als de tarieven reëel zouden worden gemaakt. Op de eerste plaatst, zou het bedrijf volgens hem een inhaalslag kunnen maken op de post onderhoud, een post waarop de afgelopen jaren zwaar is bezuinigd.
Linger denkt ook aan een upgrading van het netwerk waardoor de verliezen in Paramaribo, Wanica en Para, kunnen worden teruggebracht. Hij betreurt het dat op het ogenblik de SWM geen rooie cent ontvangt voor bijna 40 tot 45% van het water dat vanuit de stations in het netwerk wordt gepompt. Dat deel gaat hoofdzakelijk verloren als gevolg van lekkage en of ‘diefstal’ door gebruikers die niet betalen. Als het bedrijf over de nodige middelen zou beschikken, dan zouden die ook kunnen worden aangewend om dit verlies in het netwerk tegen te gaan, zodat meer huishoudens kunnen worden geholpen aan water. Terwijl aan de ene kant zoveel water wordt verspilt, moet de SWM zich aan de andere kant zoveel moeite getroosten om in sommige gebieden water te garanderen.
Zo treft de SWM voorbereidingen om volgend jaar haar operaties uit te breiden, de waterproductiecapaciteit op te voeren en de distributie te moderniseren. De SWM krijgt daarvoor een overheidsinjectie van € 13 miljoen. Dat geld is door het ministerie van Financiën speciaal voor dit project geleend bij de de Franse ontwikkelingsbank Agence Française de Développement (AFD).