Op 25 mei heeft Suriname (rating Caa1, outlook positief) algemene verkiezingen gehouden die resulteerden in een gefragmenteerd parlement. Regeringspartij VHP en oppositiepartij NDP, behaalden bijna evenveel zetels. Door het nieuwe stelsel van evenredige vertegenwoordiging, lijkt het onwaarschijnlijk dat één partij de vereiste tweederdemeerderheid haalt om de volgende president te benoemen, wat kan leiden tot langdurige coalitieonderhandelingen.

Hoewel de middellange termijn voor Suriname wordt ondersteund door verwachte olie-inkomsten, zal het beleid op korte termijn, sterk afhangen van de coalitiedynamiek. Belangrijke onderwerpen zijn de heronderhandelingen voor een nieuw IMF-programma, subsidies, overdracht van olie-inkomsten en het vermogen van de nieuwe regering om begrotingsdiscipline te handhaven vóór de start van de olieproductie in 2028.

De vorming van een effectieve coalitie is cruciaal, vooral met het oog op het offshore olieproject GranMorgu onder leiding van TotalEnergies (rating Aa3, outlook stabiel), dat naar verwachting halverwege 2028 zal starten. Dit project zal de groei van Suriname aanzienlijk stimuleren en de financiële situatie verbeteren. De buitenlandse reserves worden versterkt en de staatsschuld zou dalen van 87 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2024 naar 41 procent in 2028. Continuïteit in het beleid, waaronder het implementeren van de fiscale regels voorafgaand aan de olie-productie en ondersteund door IMF-hervormingen, zou de kredietwaardigheid van Suriname verder versterken.

De versnipperde samenstelling van het parlement, met 18 zetels voor NDP en 17 voor VHP, vergroot de kans op een brede coalitie. Dit kan de onderhandelingen over een nieuw IMF-programma vertragen en daarmee de financiële druk opvoeren, vooral als overdrachten van olie-inkomsten aangepast worden of als prioriteit wordt gegeven aan uitbreiding van subsidies.

Een langere periode van politieke onzekerheid of versoepeling van het begrotingsbeleid kan het vertrouwen van investeerders schaden en verdere kredietverbetering uitstellen.

In de komende drie tot zes maanden zullen verschillende ontwikkelingen duidelijk maken welke koers de nieuwe regering zal varen. De samenstelling van de coalitie en de verkiezing van een nieuwe president zullen belangrijke indicatoren zijn voor het toekomstig beleid, vooral wat betreft begrotingsdiscipline en hervormingscontinuïteit. Vroege gesprekken met het IMF over een opvolgend programma met duidelijke fiscale doelstellingen en structurele hervormingen om de institutionele capaciteit te versterken, zouden het engagement van de regering voor macro-economische stabiliteit bevestigen.

Aankondigingen over de nationale begroting, het subsidiebeleid en de uitgaven vóór de olie-inkomsten zullen verdere helderheid geven over de fiscale prioriteiten van de nieuwe regering. Op lange termijn is het cruciaal dat de volgende regering het hervormingstempo vasthoudt en het fiscale kader respecteert om de institutionele capaciteit en het kredietprofiel van Suriname te versterken.

De positieve rating outlook weerspiegelt de potentie voor verdere verbeteringen in de economische en fiscale kracht van het land, mits de beleidsdiscipline en effectief bestuur behouden blijven. Het waarborgen van een robuust en transparant institutioneel kader is van bijzonder belang, nu Suriname zich ontwikkeld tot een olieproducerende economie, met grote gevolgen voor de inkomsten en de duurzaamheid van de staatsschuld op de lange termijn.