De strijd om de regeermacht in Suriname is ongemeen spannend. Met een nagenoeg gelijke uitkomst tussen NDP en VHP, lijkt het steeds waarschijnlijker, dat de uiteindelijke keuze van president en vicepresident in de Verenigde Volksvergadering (VVV) zal plaatsvinden, waar een meerderheid vereist is. Te midden van deze politieke spanningen, wijst econoom Steven Debipersad, voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), op de dringende economische uitdagingen die het land te wachten staan.
Volgens Debipersad is het economisch fundament van Suriname nog steeds “fragiel” en “zwak”, ondanks herstelmaatregelen na eerdere crises. “Als de overheid doorgaat met hoge uitgaven, zonder dat daar voldoende inkomsten tegenover staan, dan leidt dat opnieuw tot schulden en structurele problemen”, waarschuwt hij.
De verkiezingsperiode brengt volgens hem, inflatie, koersstijging en overbesteding met zich mee. “Elke regering geeft in aanloop naar de verkiezingen, meer uit dan rationeel verantwoord is. Dat zagen we ook dit keer.”
Een extra punt van zorg, is het uitblijven van een wettelijk goedgekeurde begroting voor 2025. “De huidige begroting is nog niet behandeld, en dat maakt het voor een nieuwe regering des te moeilijker. Er is momenteel geen valide begroting, waarmee gewerkt kan worden”, stelt Debipersad. Volgens hem is dit ‘huiswerk’ dat onmiddellijk aangepakt moet worden door de volgende minister van Financiën.
Daarnaast wijst hij erop, dat de nieuwe regering pas aanmerkelijk later zelf de begroting voor 2026, zal kunnen presenteren. “Tot dat moment opereren we zonder geldige begrotingsbasis. Dat is riskant voor zowel nationale als internationale verplichtingen.”
De recente stijging van de wisselkoers was te verwachten, volgens Debipersad. ‘’De belangrijkste oorzaak: uitgaven die uit de pas lopen met de inkomsten. Dat is ook door de minister van Financiën erkend, zowel in het parlement, als bij persconferenties. Er is daarom overleg met het IMF, maar het mandaat van deze regering is nu demissionair. De nieuwe coalitie zal zich ook internationaal moeten bewijzen door haar herkenbaar beleid.”
Op de vraag of het vertrouwen in de economie hierdoor wordt ondermijnd, zegt Debipersad: “Intern is er vertrouwen, dat hebben de verkiezingen bewezen. Het ligt nu aan de politieke leiders om binnen hun politieke zienswijzen coalities te vormen. Dat proces is begonnen. Maar vertrouwen moet zich uiteindelijk vertalen in beleid en maatregelen.”
Debipersad benadrukt, dat Suriname zich moet voorbereiden op een uitdagende bestuursperiode.
“De komende drie jaren worden heel moeilijk. Er zijn niet alleen economische vraagstukken, maar er is ook de volksgezondheid en het onderwijs. En nee, olie zal deze vraagstukken niet zomaar oplossen.’’
Met de verkiezingsuitslag nog niet volledig vastgesteld, is één ding duidelijk: geen enkele partij heeft een absolute meerderheid, om zelfstandig de macht te grijpen. Dit betekent dat coalitievorming onvermijdelijk is en dat politieke onderhandelingen de komende dagen en weken zullen domineren. De Verenigde Volksvergadering (VVV) zal waarschijnlijk een doorslaggevende rol spelen, in de uiteindelijke keuze voor president en vicepresident. Tegelijkertijd staat de nieuwe regering voor een directe uitdaging: een begrotingsvacuüm dat dringend moet worden weggewerkt, terwijl zowel binnenlandse als buitenlandse schuldeisers hun druk zullen opvoeren. Dit vraagt om snelle en strategische besluitvorming om de economische stabiliteit te waarborgen en het vertrouwen van zowel de bevolking als internationale partners, te behouden.