De vele aanvragen voor het Affordable Housing Project (AHP) blijken niet terug te vinden te zijn bij het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting. Ook het ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu heeft geen duidelijkheid kunnen geven over het traject, dat aanvragers moeten volgen. Tijdens een recente persconferentie ging president Chandrikapersad Santokhi in op de ontstane onduidelijkheid en benadrukte, dat het project niet is stopgezet, maar momenteel kampt met leidinggevende uitdagingen.

“Ik ben zelf meerdere keren naar het terrein geweest”, aldus de president. Volgens hem is het AHP een onafhankelijk programma, dat losstaat van directe presidentiële aansturing: “De mensen die er werken, selecteren zelfstandig de aanvragers. Wat moet ik dan doen als het misloopt? Ik kreeg op een gegeven moment een conflict met de organisatie.”

Het project, gefinancierd voor een bedrag van 1.134 miljoen Amerikaanse dollar via internationale steun, zou volgens Santokhi, zo’n 3.000 woningen moeten opleveren. “Ik zat al op zo’n duizend woningen die gerealiseerd zijn. In elk district ben ik persoonlijk geweest om de projecten te lanceren”, vertelde hij.

Toch stuit het initiatief op obstakels. Twee leidinggevenden van het AHP zijn momenteel niet inzetbaar, wat het proces ernstig heeft vertraagd. “De komende week is er een vergadering met de voorzitter van het bestuur van het AHP. Daarna ga ik direct een nieuw team aanwijzen, zodat het project kan worden voortgezet”, verzekerde het staatshoofd.

Volgens Santokhi voorziet het programma in een subsidie van 15.000 Amerikaanse dollar per woning, met een kleine eigen bijdrage van de burger. Dit bedrag kan worden ingezet voor renovatie, uitbreiding, aanpassing voor mensen met een beperking of de bouw van een standaardwoning met twee slaapkamers voor gezinnen zonder eigen kapitaal.

De president benadrukte, dat aanvragen niet via informele weg kunnen verlopen. “Mark Rommy leidt het team dat zich bezighoudt met de selectie. Hij gaat uiteraard niet zomaar langs de straat. Het programma werkt met duidelijke procedures”, aldus Santokhi. Hij gaf aan dat er iemand anders zal worden aangesteld om de voortgang van het programma te trekken, aangezien de huidige verantwoordelijken zijn uitgevallen.

Wateroverlast en onderhoud in Paramaribo-Noord

Op vragen over de verwaarlozing van de waterafvoer en het onderhoud in delen van Paramaribo-Noord, verwees de president naar reeds ondernomen acties. “Toen Paramaribo onder water kwam te staan, is een werkgroep ingesteld. In samenwerking met het ministerie van Openbare Werken zijn meerdere pompen geplaatst en sluizen gerenoveerd”, aldus de president.

Santokhi noemde onder meer de opening van een nieuwe pomp en de tweede sluis in het gebied. Een derde sluis is nog in aanbouw. Het gaat volgens hem om moderne, geautomatiseerde systemen, die het waterbeheer in de stad moeten verbeteren. “Ik was gisteren nog op Clevia en kreeg daar te horen, dat het water daar nog niet goed wegloopt. Er komt binnenkort nog een pompinstallatie bij.”