De strafzaak tegen vijf verdachten, onder wie Joel Martinus alias ‘Bordo’ of ‘Money Hond’, is op 14 mei behandeld door de kantonrechter. Ook de medeverdachten C. Jongaman (‘Keppie’), P. Phoeli (‘Moena’), R. Phoeli (‘Rampie’) en A. Gau-Gau, stonden terecht. Tijdens deze zitting stonden de repliek van het Openbaar Ministerie en de dupliek van de verdediging centraal.
De officier van justitie vroeg de rechter in zijn repliek om het verweer van de raadslieden van Martinus en Jongaman, dat betrekking had op het ontbreken van een scheikundig rapport, te verwerpen. Ook ten aanzien van de gebroeders Phoeli, hield het Openbaar Ministerie vast aan het standpunt dat de ingediende verweren moeten worden afgewezen.
Voor wat betreft de verdachte Gau-Gau stelde de officier dat hij actief betrokken was bij de ten laste gelegde feiten en daarbij niet onder druk stond vanwege bedreiging. Het Openbaar Ministerie concludeerde met een verzoek om alle opgeworpen verweren van de verdediging te verwerpen.
Tijdens de dupliek hield de raadsvrouw van Martinus en Jongaman vast aan haar eerdere pleidooi voor algehele vrijspraak. Ze verzocht de rechter tevens rekening te houden met de gezondheidstoestand van Jongaman. Beide raadslieden wezen erop dat er geen chemisch onderzoek is verricht op de inhoud van de in beslag genomen zakken — een ernstige omissie, volgens de verdediging.
Daarnaast vroeg de raadsman van Jongaman om opschorting van de voorlopige hechtenis. De officier van justitie verzette zich tegen dit verzoek. De kantonrechter stelde vast dat er geen verandering was in de omstandigheden van de zaak en wees het verzoek tot onmiddellijke vrijlating af. De advocaat van verdachte Gau-Gau vroeg om uitstel voor het indienen van zijn dupliek. De kantonrechter willigde dit verzoek in. De zaak wordt voortgezet op 25 juni 2025.