De inflatie in Suriname ligt al decennialang structureel hoger dan in vergelijkbare landen in de regio. Dat stelt de Suriname Economic Oversight Board (SEOB) in zijn 21e bulletin, waarin gewezen wordt op de noodzaak van diepgaande structurele hervormingen om herhaling van economische crises te voorkomen.
Volgens de SEOB vertoont de inflatie in landen als Jamaica, Barbados en Guyana een dalende trend en blijft die doorgaans onder de 10 procent, terwijl in Suriname herhaaldelijk scherpe inflatiepieken waarneembaar zijn. Deze pieken worden vaak veroorzaakt door hoge begrotingstekorten die met binnenlandse middelen worden gefinancierd, met daaropvolgende wisselkoersontwaarding als gevolg.
De economische gevolgen zijn zichtbaar. Terwijl Suriname begin jaren negentig qua bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking nog vergelijkbaar was met landen als Barbados en Jamaica, is sindsdien een duidelijke achteruitgang opgetreden. Tussen 2000 en 2013 groeide de Surinaamse economie nog gemiddeld met meer dan 4 procent per jaar, maar sindsdien is sprake van een neerwaartse trend. De sluiting van Suralco en de covid-pandemie versnelden deze achteruitgang, terwijl de inflatie tussen 2020 en 2023 cumulatief opliep tot meer dan 340 procent – mede door noodzakelijke hervormingen in het kader van het IMF-programma.
Andere landen in de regio konden hun economische stabiliteit verbeteren door maatregelen zoals versterking van het monetaire beleid, meer transparantie, en het invoeren van onafhankelijke controle-instanties. Zo richtte Jamaica een onafhankelijke Fiscal Commission op en koppelde Barbados loonsverhogingen in de publieke sector aan productiviteitsgroei.
De SEOB adviseert Suriname om lessen te trekken uit deze voorbeelden. Zonder ingrijpende hervormingen blijven economische oplevingen kortstondig en worden deze telkens gevolgd door scherpe terugvallen. “Om voorspelbare en stabiele groei te bereiken, is structurele begrotingsdiscipline onontbeerlijk”, aldus het bulletin.