In het kader van het moderniseren van het beroepsonderwijs en het verkleinen van de kloof tussen onderwijs en arbeidsmarkt, vond op maandag 28 april jl., een stakeholdersworkshop plaats in het Dr. Roy G. Adama-gebouw aan de Botromankiweg te Livorno. De bijeenkomst werd georganiseerd door de stuurgroep Curriculumontwikkeling, in samenwerking met de stuurgroep DBO, de werkgroep Technische en Dienstverlenende Sectoren en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Doel van de workshop was het informeren van stakeholders uit het bedrijfsleven over het proces van standaarden en curriculumontwikkeling en het onderstrepen van hun cruciale rol in dit traject. Daarbij werd benadrukt dat nauwere samenwerking nodig is om beter aan te sluiten bij de behoeften van de arbeidsmarkt en te zorgen voor voldoende gekwalificeerd personeel binnen Surinaamse bedrijven. Directeur Beroepsonderwijs, Robby Holband, sprak zijn waardering uit voor de inzet van het bedrijfsleven en benadrukte het gezamenlijke streven naar actuele, kwalitatieve curricula. De deelnemers, onder wie vertegenwoordigers van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA) en het Directoraat Beroepsonderwijs van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MINOWC), kregen presentaties over de nieuwe structuur van het beroepsonderwijs, het kwalificatieraamwerk, de CANTA-standaarden en het proces naar gevalideerde curricula.
De workshop bood ruimte voor vragen, feedback en suggesties vanuit de sectoren. In het vervolgtraject zullen werksessies plaatsvinden met sectordeskundigen en specialisten uit verschillende bedrijven om samen te werken aan de ontwikkeling van ten minste acht nieuwe curricula vóór het einde van dit jaar. De samenwerking tussen MINOWC en het bedrijfsleven is vorig jaar opgestart en heeft inmiddels geleid tot concrete afspraken, waaronder het aanbieden van stageplaatsen aan studenten. Met deze stap wordt gewerkt aan het verduurzamen van de relatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt, zodat toekomstige achterstanden in curriculumontwikkeling worden voorkomen.
