In het Lalla Rookh-gebouw werd op donderdag 8 mei een discussieavond gehouden inzake de toekomst van Suriname, waarbij één thema centraal stond: de optimale benutting van de olie-inkomsten.
De bijeenkomst, georganiseerd door de politieke combinatie OPTSU, werd ondersteund door een documentaire, die liet zien, hoe grote multinationals in de offshore olie-industrie landen met zwakke instituten, zoals Suriname, kunnen overheersen.
“Suriname is totaal niet voorbereid op de impact van de opkomende olie- en gasindustrie, en geen enkele politieke partij, heeft daar een doordachte visie op”, aldus PALU-voorzitter Jim Hok. Hij stelde dat president Santokhi geen duidelijk begrip heeft van ‘local content’ — de verplichting om lokale bedrijven en arbeidskrachten te betrekken bij de olieproductie. Volgens Hok heeft de regering kostbare kansen laten liggen in de contractonderhandelingen met TotalEnergies. “We hadden kunnen eisen, dat ze hier opleidingsinstituten opzetten, zodat we alvast mensen konden trainen voor banen in de sector. Dat is een gemiste kans”, aldus Hok.
Ook uitte Hok zijn zorgen over een bevolkingsgroei die de olie-industrie met zich mee kan brengen. “We stevenen mogelijk af op een bevolking van één miljoen mensen. Maar waar gaan al die mensen wonen? Hoe gaan we om met de extra behoefte aan water, stroom en huisvesting, terwijl we dat nu al nauwelijks aan kunnen?” Daarnaast waarschuwde hij voor de toenemende druk op het bosgebied, door de noodzaak tot uitbreiding van woongebieden. “Veel mensen zullen hier niet alleen komen werken, maar ook blijven. En dat terwijl we nog steeds geen effectief bevolkingsbeleid voeren.”
Volgens Hok moet Suriname nu handelen om greep te krijgen op de komende ontwikkelingen. “De olie komt eraan, maar als we niet opletten, glipt de toekomst ons uit handen.”