Suriname is, dankzij de recente olie-ontdekkingen offshore, op weg om een belangrijke speler te worden in de wereldwijde energiesector. Aan het roer van deze historische transformatie staat Staatsolie, het nationale energiebedrijf. Annand Jagesar, CEO van Staatsolie, sprak met Kaori Media over de strategische koers van het bedrijf, de kansen voor investeerders en de cruciale balans tussen economische groei en duurzaamheid.
Van inlandse olie tot offshore potentieel
Staatsolie werd in 1980 opgericht en begon twee jaar later met de productie van olie aan land. “In de loop der jaren zijn we uitgegroeid tot een volledig geïntegreerd energiebedrijf”, zegt Jagesar. “We hebben een raffinaderij, wekken elektriciteit op en participeren in twee goudmijnen. Vandaag de dag begeleiden we Suriname naar de volgende fase: een offshore olieproducerende natie.”
Die nieuwe fase begint met het GranMorgu-project in Blok 58, dat met een verwachte piekproductie van 220.000 vaten per dag naar schatting tussen de 15 en 25 miljard USD kan opleveren over 22 jaar. “Ook in Blok 52 zijn er belangrijke gas- en olieontdekkingen gedaan. Petronas plant een Final Investment Decision in 2027”, aldus Jagesar. Bovendien lopen er verkenningen in Blok 64 en 65, die mogelijk een geheel nieuw petroleumgebied kunnen openstellen — ook richting buurland Guyana.
Sterke partnerschappen, gunstige voorwaarden
Staatsolie werkt met productie-delingscontracten (PSCs) waarin het land gemiddeld 60 tot 70 procent van de inkomsten overhoudt na aftrek van kosten. “We hanteren een royalty van 6,25 procent en 36 procent inkomstenbelasting. Deze voorwaarden zijn zeer concurrerend ten opzichte van andere olieproducerende landen”, legt Jagesar uit.
Bij grote projecten zoals GranMorgu, participeert Staatsolie ook zelf, tot maximaal 20 procent. Dat vereist forse financiering: 2,4 miljard USD. “Daarvoor gebruiken we een mix van lokale obligaties en internationale leningen. In maart sloten we een succesvolle obligatie-uitgifte van ruim 516 miljoen USD.”
Balans tussen groei en duurzaamheid
Hoewel olieopbrengsten enorme economische kansen bieden, benadrukt Jagesar het belang van verantwoord beheer. “Onze CO₂-uitstoot is lager dan het wereldgemiddelde dankzij gasherinjectie en het vermijden van affakkelen. Daarnaast produceren we met onze waterkrachtcentrale, circa de helft van de nationale stroombehoefte en hebben we een zonneproject van 30 megawatt in voorbereiding.”
Ook kijkt Staatsolie naar de toekomst: “We onderzoeken CO₂-opslag en willen meer hernieuwbare energie integreren in Surinames energiemix.”
Werken aan menselijk kapitaal
Een belangrijke uitdaging is het gebrek aan technisch geschoold personeel. “Momenteel heeft slechts 7 procent van ons personeel een hbo- of universitaire opleiding”, zegt Jagesar. Hij pleit voor nauwe samenwerking met onderwijsinstituten en het stimuleren van terugkeer van Surinaamse professionals uit het buitenland. “De meeste banen ontstaan in de toeleveringsketen, zoals logistiek en infrastructuur.”
Via het Blue Wave Supplier Development Program helpt Staatsolie lokale bedrijven aan internationale standaarden. Ook worden jongeren opgeleid via eigen trainingsprogramma’s in samenwerking met multinationals en onderwijsinstellingen.
Een boodschap aan investeerders en burgers
Volgens Jagesar is de sleutel tot succes een stabiele regelgeving, goede infrastructuur en slim beleid. “Suriname is open voor zaken. We hebben veel potentieel en een regering die duurzaamheid serieus neemt.”
Tegelijkertijd roept hij de samenleving op tot realisme en samenwerking. “Olie is geen tovermiddel. Tijd, visie en collectieve inzet zijn nodig. Maar als we het goed aanpakken, kunnen we van deze rijkdom een erfenis maken waar toekomstige generaties op kunnen bouwen.”