De Nationale UNESCO Commissie Suriname, heeft op woensdag 22 april, een tweede lezing gehouden over het onderwijsbeleid. Het thema was: ‘Fricties in het onderwijs en de noodzaak van een betere afstemming op de arbeidsmarkt’. De lezing werd gehouden in het Campus Café en aan de lezing was ook een paneldiscussie gekoppeld, met vertegenwoordigers uit het onderwijsveld, beleidsmakers en het bedrijfsleven.
Henry Ori, minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur tevens commissievoorzitter, gaf aan dat samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven, cruciaal is. Samenwerking is volgens de minister nodig om essentiële kwalificaties, zoals kennis, vaardigheden, houdingen en attitudes, effectief te integreren in schoolcurricula. Hierdoor kunnen studenten beter worden voorbereid op de eisen van de arbeidsmarkt Minister Ori stelde ook dat het beroepsonderwijs beter afgestemd moet worden op de arbeidsmarkt. Het proces is al in gang gezet; er is een nieuwe directeur voor het beroepsonderwijs aangesteld en diverse projecten opgestart. Momenteel zijn er tien verschillende domeinen geïdentificeerd met het bedrijfsleven. De beroepsopleiding moet worden ontwikkeld op basis van een nieuw curriculum. Verder werken onderwijsprofessionals intensief samen met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven om vakken en leerprogramma’s te optimaliseren. Deze gezamenlijke projecten zullen ervoor zorgen dat leerlingen goed voorbereid zijn op hun toekomstige carrière en de veranderende eisen van de arbeidsmarkt. Bedrijven en organisaties moeten volgens de minister, meer gaan doen aan bedrijfsopleidingen. “Ze mogen niet stil zitten, want de technologische innovatie gaat zo snel. Wij gaan een situatie in de wereld krijgen en ook in Suriname, dat je je leven lang moet gaan leren.”
De bewindsman voegde eraan toe dat technologische innovatie een cruciale rol speelt in de ontwikkeling van het onderwijs en de arbeidsmarkt. Het is daarom belangrijk om het onderwijs vroegtijdig te voorzien van de nieuwste inzichten en technologieën.
‘’Er moet ook uitwisseling plaatsvinden tussen docenten en het bedrijfsleven. En dat moet zich terugvertalen in het curriculum. Hierdoor blijven curricula up-to-date en gebaseerd op de meest actuele technologieën, vooral omdat technologie al in de meeste beroepen geïntegreerd is.’’
