Raghoebarsing: ‘Suriname leent niet zomaar, voorwaarden moeten goed zijn’

Het IMF-programma is succesvol afgesloten, maar dat betekent niet dat we nu een andere koers gaan varen, zegt financiënminister Stanley Raghoebarsing. ‘’Suriname heeft nog steeds ruimte om externe leningen aan te trekken, maar het beleid van de regering blijft erop gericht om dit op een voorzichtige en verantwoorde manier te doen.’’

Minister Raghoebarsing gaf aan dat de laatste tranche van het IMF-programma, ongeveer 45 miljoen US-dollar, bestemd voor het ministerie van Financiën, grotendeels gereserveerd wordt voor internationale schuldaflossingen. Een eerste betaling van ruim 30 miljoen dollar aan China is inmiddels verricht. “Die 45 miljoen is dus niet bedoeld voor verkiezingsuitgaven of dienstreizen, maar uitsluitend voor het aflossen van schulden”, stelde de minister.

De regering blijft volgens Raghoebarsing conservatief in haar leenbeleid. ‘’Sinds het beëindigen van het IMF-programma worden we opnieuw benaderd door externe financiers, maar als het niet nodig is, nemen we geen leningen. Als het wél nodig is, dan uitsluitend voor investeringen of het aflossen van bestaande schulden tegen betere voorwaarden.”

Raghoebarsing wijst op het belang van het vervangen van dure commerciële leningen, waaronder de Oppenheimer-obligaties, door financiering via multilaterale instellingen zoals het IMF, de Wereldbank en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB). ‘’Deze instellingen bieden lagere rentepercentages en langere looptijden. Het zijn betere deals, waarmee we uiteindelijk minder druk voelen op onze begroting.”

Wat de herstructurering van de schulden betreft, benadrukte Raghoebarsing dat zowel het Bureau voor de Staatsschuld als het IMF erkent, dat Suriname internationaal een van de beste herstructureringsdeals heeft gekregen.

‘’Laten we daar trots op zijn”, aldus de minister, die oproept om voorbij politieke kleur te kijken en het nationale belang voorop te stellen. De minister ging ook in op de recente zorgen over de stijgende prijzen en belastingdruk. ‘’Het beleid van de regering is erop gericht om met de vakbeweging stapsgewijs te onderhandelen over salariscorrecties, zodat de koopkracht van burgers geleidelijk aan wordt hersteld zonder de inflatie verder aan te wakkeren. Grote loonstijgingen kunnen direct prijsstijgingen veroorzaken. Daarom kiezen we voor kleine, beheersbare stappen.”

– door Gladys Findlay –

 

More
articles