Acht Cubaanse leerkrachten die bijkans acht maanden werkzaam zijn op muloscholen in Suriname, wachten nog steeds op hun salaris. De leerkrachten, gespecialiseerd in de Spaanse taal, werden via het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) aangetrokken om het tekort aan docenten Spaans op te vangen. Woensdag trokken ze naar het Kabinet van de Vicepresident, om hun ongenoegen over de gang van zaken te uiten.

Woordvoerder Yodenis Perez, zelf een van de betrokken leerkrachten, zei dat naast het uitblijven van betaling, ook de huisvesting en verblijfsdocumenten, nog niet zijn geregeld. “We bevinden ons in een onwettige situatie. Sommigen van ons hebben uit nood asiel aangevraagd”, aldus Perez.

Volgens onderwijsminister Henry Ori is de betaling nog niet verwerkt, omdat de benodigde documenten, niet volledig zijn. Hij stelt dat de betaling pas kan worden uitgevoerd, na ondertekening door de vicepresident. Bovendien wijst hij erop dat bepaalde leerkrachten niet over de juiste verblijfs- en werkpapieren beschikken. “Zes van de Cubaanse docenten hebben documenten die niet voldoen aan de vereisten van het ministerie van Justitie en Politie. Zonder de juiste registratie, kunnen we hen niet in het systeem opnemen, laat staan betalen”, aldus Ori.

De minister benadrukte dat het een complexe situatie betreft, waarin ook het ministerie van Justitie en Politie, een rol speelt. “We proberen een oplossing te vinden, maar we moeten voorkomen dat we onwettige situaties creëren. De inzet van Cubaanse leerkrachten was bedoeld als tijdelijke oplossing voor het tekort aan Spaanse docenten, maar blijkt nu problematischer dan verwacht.’’

Ori gaf aan, dat in de toekomst er betere afspraken worden gemaakt en er nauwer samen zal worden gewerkt met Justitie en Politie, om soortgelijke situaties te voorkomen.