Geen algemene uitreisovereenkomst tussen Suriname en Cuba – wel bilaterale medische afspraken

Suriname en Cuba onderhouden al decennialang nauwe bilaterale betrekkingen, met name op het gebied van de gezondheidszorg. Een zichtbaar resultaat hiervan is de inzet van Cubaanse medici in Suriname, die op basis van specifieke overheidscontracten, werkzaam zijn in het land.

Deze bilaterale samenwerking regelt gedetailleerd de uitzending, het verblijf en de terugkeer van het medisch personeel. Voor deze groep zijn de voorwaarden contractueel vastgelegd tussen beide regeringen. Toch is er geen algemene of publieksbekende overeenkomst, die bepaalt onder welke voorwaarden Cubaanse burgers – los van hun beroepsstatus – Suriname kunnen in- of uitreizen.

In 2013 schafte de Cubaanse overheid de verplichte ‘Carta Blanca’ (uitreisvergunning) af. Sindsdien mogen de meeste Cubaanse staatsburgers, zonder aparte vergunning naar het buitenland reizen. Echter, voor bepaalde categorieën zoals artsen of ander strategisch personeel, kunnen er nog steeds beperkingen gelden, die onder de Cubaanse autoriteiten vallen.

Misvattingen over toeristenkaarten en uitreisrechten

Er is de afgelopen dagen verwarring ontstaan over een vermeende betaling van 150 USD, die Cubaanse staatsburgers bij vertrek uit het land zouden moeten betalen. Sommigen suggereerden dat dit bedrag verband houdt met de verlenging van de toeristenkaarten voor buitenlandse bezoekers. Dit is onjuist.

Voor Cubaanse staatsburgers gold vroeger, dat zij voor het verkrijgen van een uitreisvergunning (‘Tarjeta Blanca’) onder meer een bedrag van 150 USD moesten betalen aan de Banco de Crédito y Comercio (BANDEC), maar deze regeling is dus niet meer standaard van toepassing.

Voor buitenlandse bezoekers aan Cuba – waaronder Surinamers – geldt dat zij vooraf een toeristenkaart dienen aan te schaffen. Deze kaart biedt een verblijfsduur van maximaal 90 dagen en is eenmaal te verlengen met nog eens 90 dagen. De kosten voor zo’n verlenging bedragen doorgaans 25 USD, te betalen via belastingzegels. Volgens luitenant-kolonel Samuels, commandant van de Militaire Politie, verantwoordelijk voor reisdocumenten en grensbewaking: “Het klopt helemaal niet dat toeristenkaarten 150 US-dollar kosten. De toeristenkaart kost 50 US-dollar en wordt afgehandeld via Consulaire Zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS).” Met andere woorden: het bedrag van 150 USD heeft betrekking op voormalige uitreisprocedures voor Cubaanse staatsburgers en is niet van toepassing op toeristenkaarten voor buitenlanders of op Cubaanse artsen die werkzaam zijn in Suriname.

More
articles