Minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC), erkent dat zijn ministerie steeds vaker harde kritiek krijgt, vooral met betrekking tot de uitbetaling van salarissen aan leerkrachten. Gisteren tijdens een persconferentie, zei de minister dat onderwijsbonden regelmatig brieven sturen waarin zij deze kwestie aankaarten.

De minister benadrukte dat het MinOWC zich inspant om de salarissen tijdig te verwerken. De salarisadministratie streeft ernaar om alle voorbereidende werkzaamheden vóór de tiende van de maand af te ronden. ‘’Maar de uiteindelijke uitbetaling valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Financiën en Planning’’, aldus de minister.

Volgens Ori is het MinOWC afhankelijk van administratieve processen binnen Financiën en Planning, dat de betalingen regelt. Hij wees op de financiële situatie van de afgelopen zes maanden, waarin het Internationaal Monetair Fonds (IMF) toezicht hield op de staatsfinanciën. ‘’Dit heeft extra druk gelegd op het budget van het ministerie, dat naast de basissalarissen, ook extra lesuren moet vergoeden’’, stelde Ori.

‘’Voor extra lesuren geldt een goedkeuringsproces, waarbij per onderwijsinstelling wordt beoordeeld. Onjuiste of te laat ingediende lesurenstaten leiden tot vertraging in de uitbetaling. Wanneer een maand wordt overgeslagen, wordt de betaling de daaropvolgende maand ingehaald’’, verduidelijkt de minister.

De departementsleiding blijft in overleg met Financiën en Planning om de uitbetalings-processen te stroomlijnen en verdere problemen te voorkomen.