In de vroege ochtend van 20 maart 1987, werd het district Commewijne opgeschrikt door een brute aanval op het politiebureau van Tamanredjo. Bij de aanval kwamen zeven mensen om het leven, onder wie drie politieagenten en vier burgers. De moorden, gepleegd tussen 03.00 en 03.30 uur, lieten de gemeenschap in diepe rouw en schok achter.
De omgekomen agenten, brigadier Eugene Olieberg, inspecteur Jules Blagrove en agent Rabindre Ramkisoen Panday, werden volgens ooggetuigen, uit hun woningen ontvoerd door een groep gewapende mannen. Kort daarna werden zij samen met vier burgers in het politiebureau geëxecuteerd. De daders staken het gebouw in brand, vermoedelijk om bewijsmateriaal te vernietigen.
Vermoedens en speculaties
Volgens destijds beschikbare informatie, zou een van de gewapende mannen hebben beweerd te handelen in opdracht van ‘De Bende van Brunswijk’. Er deden ook geruchten de ronde, dat een militair commando van het Nationaal Leger betrokken was bij de aanval. Dit zou mogelijk bedoeld zijn om politieonderzoeken naar drugshandel en andere criminele activiteiten te stoppen.
Een getuige, mevrouw Olieberg, verklaarde dat haar man uit huis werd gehaald door gewapende mannen. Zij zag hoe de aanvallers zich vervolgens naar het politiebureau begaven en hoorde later schoten. Kort daarna verlieten de daders de plaats delict in onder meer een luxe rode auto.
Onderzoek en onbeantwoorde vragen
Een anonieme politiebron onthulde, dat enkele overvallers eerder waren opgemerkt op de veerpont van Paramaribo naar Meerzorg, waarbij sommigen legeruniformen droegen. Ondanks deze waarneming werd er destijds geen actie ondernomen door de autoriteiten. De mogelijkheid dat een voormalige militair, Glenn Lachman, betrokken was, werd eveneens onderzocht. Lachman was eerder veroordeeld voor moorden die verband hielden met drugszaken.
Hoewel er destijds een onderzoek werd ingesteld, bleef de exacte toedracht van de moorden onduidelijk. In de periode van militair bewind waarin Suriname zich destijds bevond, waren geweldsincidenten tegen veiligheidstroepen en burgers geen uitzondering. De aanval op het politiebureau van Tamanredjo geldt als een van de meest schokkende voorbeelden van de wetteloosheid en repressie in die tijd.
Roept om gerechtigheid
Voor nabestaanden blijft het bloedbad van Tamanredjo een open wond. De nabestaanden roepen nog steeds op tot een grondig onderzoek en gerechtigheid voor de slachtoffers. Zij hopen dat nieuwe getuigenissen of bewijsstukken alsnog kunnen leiden tot identificatie en berechting van de verantwoordelijken.
Deze gebeurtenis benadrukt het belang van het respecteren van mensenrechten en de noodzaak om dergelijke misdaden niet onbestraft te laten. De internationale gemeenschap blijft de situatie rond onopgeloste mensenrechtenschendingen in Suriname nauwlettend volgen. Voor de nabestaanden is gerechtigheid niet alleen een morele plicht, maar ook een essentiële stap in het verwerken van hun verlies en het herstellen van vertrouwen in de rechtsstaat.