Populisme: een generische politieke werkvorm of verziekte politiek

De moderne geschiedenis zit vol van tragische verhalen van volksmenners die massa’s op de been brengen voor rampzalige  oorlogen en revoluties in het geloof dat hun wil de volkswil is. De volksmenner is de hoofdrolspeler in het beeld dat we van populisme hebben. Populisme wordt door velen gezien als een verschijnsel dat te maken heeft met  sociale en politieke instabiliteit, een tijdelijke afwijking van de normale politiek. Populistische dictators worden doorgaans beschouwd als een griezelig soort clowns.  Ik denk hier even aan de film The Great Dictator van Charlie Chaplin.  Humphrey Hasrat organiseerde in de jaren zeventig van de vorige eeuw een vertoning van die film in het Marxistisch centrum aan de Nassylaan.  Ik herinner me dat hij geen genoeg kon krijgen van de scene waarin Chaplin in de rol van Hitler met een opgeblazen wereldbol jongleert.  Deze karikaturen van het populisme geven geen goed beeld van een verschijnsel dat in vele verschillende vormen voorkomt in welhaast alle landen.

Wat is populisme?

Populisme heeft een slechte naam.  Volgens mij terecht, om tal van morele redenen. Maar morele afwijzing van het populisme brengt ons niet dichter bij de oplossing van het probleem. We moeten er niet in morele termen naar kijken, dus niet in termen van wat politiek behoort te zijn. We moeten het proberen te zien zoals het is.  Niet als goed of slecht, een beoordeling waarbij we dan meestal het model van de parlementaire rechtsstaat als standaard gebruiken, maar als een samenstel van verschijnselen cq gedragingen dat zich voordoet, in alle landen, onder verschillende ideologische vlaggen, tegen verschillende economische en culturele achtergronden.

Geen enkel modern politiek systeem is gevrijwaard van populisme.  We moeten onderzoeken onder welke omstandigheden en hoe populistische leiders opkomen en wat dat voor gevolgen heeft voor land, volk en wereld.

Wat brengt populistische bewegingen op gang, wat drijft ze voort? Hoe vinden de populistische dictator en de massa elkaar ? Dit is wat Carlos de la Torre schrijft in zijn boek “Populist seduction in Latin America. The Ecuadorian Experience”. Ik kocht dit boekje jaren geleden op de vlooienmarkt aan de Tourtonnelaan bij Jan Baas, maar kwam niet aan lezen toe.  Ik ben het gaan lezen nadat ik op tv de persconferentie gezien had van president Trump met zijn gast president Zelensky van de Oekraine. Populisten zetten de toon in de politiek tegenwoordig. Trump, Bolsonero, Modi, Berlusconi, Menem, Fujimori, en vele anderen.  De politiek in Suriname wordt beheerst door populisten.

Een ziekte of een andere werkvorm?

Populisme heb ik in het verleden eens beschreven als een ziekte van de politieke cultuur.  Ik ben bevooroordeeld tegen populistische bewegingen na de recente historische ervaringen die we in Suriname hebben opgedaan. Na het lezen van het boek van Carlos de la Torre, denk ik dat dit pathologische model niet goed is..  Dit model, waarin megalomane leiders en aan armoede plus domheid lijdende massa’s de dienst uitmaken, doet geen recht aan de goede dingen die door populistische leiders kunnen worden bewerkstelligd, zoals  Johan Adolf Pengel, die de positie van de zwarte Surinamers verbeterde en het algemeen stemrecht toegankelijk maakte voor de bewoners van het binnenland. Populisme kan de weg vrijmaken voor meer democratische sociale rechtvaardigheid.  Pengel was een populistische politicus, die met zijn hand een stuk banaan at uit het bord van een marktvrouw.  Hij was de man, die tot groot plezier van zijn borrelende entourage, op de mededeling dat prinses Beatrix was gearriveerd, liet weten “Laat die vrouw wachten mang”.

(Dit zou gebeurd zijn in een hotel in Nederland, tijdens een van de Ronde Tafel Conferenties.)  De anecdotes van de martktvrouw en prinses Beatrix illustreren twee belangrijke kenmerken van een populistische leider:  1)  hij geeft de achtergestelde volgelingen het gevoel dat hij een van hen is, en 2) hij zet zich af tegen de elite.

Bouterse vertoonde deze kenmerken net als vele andere populistische diktators en democratisch gekozen autocraten zoals Trump, Bolsonaro en achtereenvolgende Agentijnse presidenten.  Maar de populistische heerser is niet de enige manifestatie van het populisme.  Ook mensen zoals Wilders in Nederland en Marie Le Pen in Frankrijk zijn voorbeelden. Populisme kan zich voordoen in linkse en rechtse gedaanten en zowel socialistische als neo-liberale issues promoten, niet zelden tegelijkertijd. Het kan gebruik maken van elke ideologie.  Het komt voor in arme landen en in rijke landen.

Pengel versus Essed

De publicatie van het boek van Roy Khemradj over Frank Essed heeft me aan het denken gezet over waarom “het volk” voor Pengel koos en niet voor Essed.  Wat is de winnende formule van het populisme?   Vandaag staat er  een standbeeld van Pengel op Het Plein. Hij wordt geroemd om zijn verheffing van de Afro-Surinamer. Van Essed, die de projecten bedacht die die verheffing materieel mogelijk maakten, hebben we een klein borstbeeld bij het Planbureau.

Wat brengt populistische bewegingen op gang, wat drijft ze voort? Hoe vinden de populistische dictator en de massa elkaar ? Dit is wat Carlos de la Torre schrijft in zijn boek “Populist seduction in Latin America. The Ecuadorian Experience”. Ik kocht dit boekje jaren geleden op de vlooienmarkt aan de Tourtonnelaan bij Jan Baas, maar kwam niet aan lezen toe.  Ik ben het gaan lezen nadat ik op tv de persconferentie gezien had van president Trump met zijn gast president Zelensky van de Oekraine. Populisten zetten de toon in de politiek tegenwoordig. Trump, Bolsonero, Modi, Berlusconi, Menem, Fujimori, en vele anderen.  ‘De La Torre constateert dat de sociologen nog geen greep hebben op dit veelvormige verschijnsel. Ik denk dat dit komt doordat de sociologie weinig aandacht besteedt aan de onderliggende driftenstructuur die sociale processen voortdrijft.  Ze kan daardoor geen afdoende verklaring voor het verschijnsel vinden.

Eenzijdig beeld

Het beeld van de charismatische leider die zijn arme, achtergestelde aanhang manipuleert, zoals we dat in Suriname zo goed kennen, is een eenzijdig en beperkt beeld van het populisme. We verwerpen de clientelistische methoden van de oude politiek, maar we hebben nooit onderzocht hoeveel mensen door de  uitdelingen, van “Elen en Batjaw” van vroeger en de “paketten” van tegenwoordig, werkelijk werden geholpen.  We zijn nooit nagegaan wat de impact was van het in dienst nemen van aanhangers bij de overheid en hoe dat heeft bijgedragen aan het inkomen en het welzijn van de gezinnen van de “geregelde” mensen. We hebben ons nooit afgevraagd of de gesignaleerde regelarij deuren opende voor mensen die anders nooit open zouden zijn gegaan. Carlos de la Torre vraagt zich af in welke mate het populisme zorgt voor zaken die een vastgelopen politiek systeem niet voor elkaar kan krijgen, zoals toegang tot sociale voorzieningen voor de gemarginaliseerden.

Wat is populisme.  De sociale wetenschappers zijn er nog niet uit. De sociologie heeft nog geen goede definitie kunnen formuleren en is ook nog niet toegekomen aan een verklarende theorie. Dit komt deels door een normatieve, morele benadering van het verschijnsel.  Het verschijnsel wordt gezien als een afwijking van het ideale beeld van wat politiek hoort te zijn, zoals ik vroeger ook dacht, een ziekteverschijnsel met als oorzakelijke factoren armoede en maatschappelijke ongelijkheid, politieke instabiliteit, economische crises en een geest van wantrouwen tegen de instituten van de staat, met name de politiek, de rechtspraak en de ambtenarij. Anti-politiek is een bijzondere vorm van populisme die tegenwoordig in zwang is.

Biologische drijfveren

Er is inderdaad een verband tussen populisme en crisissituaties, armoede en ongelijkheid.  Maar hoe dat verband in elkaar zit is nog niet duidelijk.  Misschien helpt het als we populisme zien als een terugvallen op een groepsinstinct dat spontaan in werking treedt in crisissituaties.  Dus niet als sociaal ziekteverschijnsel, maar als back up systeem waarmee de natuur ons collectief heeft uitgerust.

Dit back up systeem komt in werking in noodsituaties en zorgt ervoor dat mensen menigten vormen en vatbaar worden voor opruiende rhetoriek van leiders.  Het brengt leiders naar voren met de spreekvaardigheid en het juiste imago om het wij-gevoel van de groep te versterken tegenover gevaren van buiten.   De selectie van deze leiders is gevoelsmatig en emotioneel en gebeurt deels langs bewuste, deels langs hormonale weg, een selectieproces dat mogelijk te vergelijken is met de selectie van de volgende koningin door de werksters van het bijennest.

Het is een  algemeen geacepteerde opvatting dat de mens in tegenstelling tot de dieren weinig intstinctmatig gereguleerd gedrag vertoont.  De mens wordt niet gereguleerd door instincten maar door cultuur.  Dat is tot op zekere hoogte waar, maar de instincten zijn aanwezig en werkzaam via de cultuur..  De mens heeft meer dan dieren te maken met een aanbod van alternatieve gedragsmogelijkheden in zijn brein.   De instincten en drijfveren zijn er, zoals in dit geval het de groepsinstincten, die ervoor zorgen dat mensen groepen vormen, maar de uitwerking van die instincten moet zijn weg naar woorden en daden vinden in een woud van aangeleerde kennis. Het cerebrale deel van de hersenen heeft de overhand op de delen van het centraie zenuwstelsel die intuitieve en instinctieve gedragingen besturen.

Het brein remt de werking van instincten en blust de drijfveren uit onder een deken van  rationale overwegingen. Het brein heeft een remmende werking op het motorisch systeem dat nodig is om neigingen in daden om te zetten, vanaf de tong tot de wijsvinger.  In noodsituaties schakelen we over op een manier van denken en doen die meer intuitief dan rationeel is.

Groepsinstinct versus wetgeving

Wel nu, eerst waren daar de primaire gfroepen, gezin en familie. Door bevolkingsgroei en gebiedsuitbreiding ontstonden  grotere groepsverbanden, clan, stam, volk, natiestaat, politieke federatie, internationale economische en culturele belangengroep. Deelname aan deze grotere groepen  vereist vaardigheid in het omgaan met een leger aan gewoontes en verwachtingen.  Het vereist de opbouw van een geloof, een syteem van begrippen, de ontwikkeling van rationele sociale instituten die de regels handhaven.. Naarmate de samenleving groter, complexer en technologischer wordt, ontwikkelen mensen politieke werkvormen.  Deze werkvormen worden steeds rationeler en juridischer naarmate de samenleving uit meer groepen bestaat. Je ziet dat landen meer juristen nodig hebben naarmate de samenleving meer belangengroepen omvat. Deze politieke werkvormen zijn gericht op het beheersen van de primaire drijfveren en driften van de mens, zijn zucht naar macht en aanzien, zijn egoistische neigingen, alle neigingen die het algemeen groepsbelang kunnen schaden.

Onder normale omstandigheden worden mensen bijeen gehouden door vertrouwen en geloof in de geconstrueerde instituten.  Alle politieke systemen vertonen echter met de tijd  defecten waardoor ze de beloften, van veiligheid en welvaart voor een ieder,  niet waar kunnen maken, ook niet symbolisch. Groepen in de samenleving voelen zich niet meer veilig in het geheel. Ze ervaren dat de burgerrechten in de grondwet voor hen niet toegankelijk zijn.

De oerbron van het populisme

Als een groep zich niet veilig voelt, schakelt ze over op een andere manier van collectief functioneren. De raad van ouderen wordt opzij geschoven. Men stelt een hoofdman aan om snel in actie te kunnen komen en de groepsleden krijgen gevoelens en ideeen die hen in staat stellen de leider te volgen. De toespraken van de leider inspireren en geven moed om ten strijde te trekken. Het collectief schakelt over op survival mode.  De bestaande instituten worden niet meer geloofd en er onstaan andere werkwijzen.  De “wil van het volk” neemt de overhand boven juridische motieven.  De leider wordt gezien als de belichaming van de volkswil.

Populistische systemen draaien op relaties die lichamelijk/materieel en persoonlijk/emotioneel van aard zijn.  Volgelingen voelen een persoonlijke band met de leider. Die binding is niet geestelijk, maar materieel. De clientele is uit op concrete, directe materiele voordelen.  De relaties in een gevestigde en goed functionende politieke orde hebben een geestelijk/ideologisch, rationeel/sociaal/juridisch referentiekader.  De centrale actor in een goed functionerend systeem is de burger, iemand die mede verantwoordelijkheid draagt voor het handhaven van de orde.  Burgerschap is iets dat in slecht functionerende systemen buiten het bereik ligt van grote delen van de bevolking, met name de armen en de gemarginaliseerden.

Zij kunnen hun levensdoelen niet realiseren binnen het bestaande systeem.  Ze geloven niet meer in de bestaande politieke systemen die vrijheid en gelijkheid beloven, maar armoede en ongelijkheid produceren. Ze geloven in Big Daddy die ze een woning, een baan of een pakket geeft. Geen woorden, maar daden.

Als pollitieke systemen vastlopen, door ecologische uitputting van het milieu, door oorlogen en interne tegenstellingen, dan schakelen groepen die zich bedreigd voelen over van rationale op wetten gebaseerde sociale systemen op driftmatige, intuitieve systemen. De generaals en demagogen treden voor het voetlicht.  Militaire uniformen worden uit de kast gehaald. De nuance verdwijnt uit het politiek discours..  De elite, of een bepaalde bevolkingsgroep,  wordt de zondebok die geslacht of in de wildernis losgelaten  moet worden.

Ik stel voor populisme te zien als een instinctieve omschakeling naar een andere manier van collectief functioneren. Niet als pathologie, maar als een andere manier van leven.  Als de oude deals niet meer werken, moeten er nieuwe deals gemaakt worden. maar dat laatste wordt pas mogelijk nadat de oorlog is uitgevochten en iedereen de noodzaak voelt van hernieuwde inzet op een rationele, op wet en recht gebaseerde orde.  Eerst moet de verstoorde balans tussen macht en recht worden hersteld.  De macht en het recht moeten op een lijn komen.

willemjanbakker95@gmail.com

More
articles