De kantonrechter heeft op woensdag 26 februari jongstleden, de strafzaak behandeld tegen zes verdachten, waaronder G. Kromosoeto, G. Hew A Kee, B. Jurgens, R. Putter, W. Sardjo en J. ten Berge. Tijdens de zitting kwamen het requisitoir en de tweede beurt van de verdediging aan bod met betrekking tot verzoeken tot invrijheidstelling. De officier van justitie vorderde een wijziging van de tenlastelegging tegen de verdachten Ten Berge, Hew A Kee en Putter, waarna zij haar requisitoir hield. Voor Kromosoeto eiste de vervolgingsambtenaar een gevangenisstraf van acht jaar onvoorwaardelijk, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest, en een machtiging voor een strafrechtelijk financieel onderzoek. Voor Putter werd vier jaar onvoorwaardelijke celstraf geëist, onmiddellijke gevangenneming en eveneens een machtiging voor een financieel onderzoek. De verdachten Hew A Kee, Jurgens en Sardjo hoorden een strafeis van drie jaar onvoorwaardelijk tegen zich uitspreken, samen met een geldboete van SRD 50.000,- of subsidiair vijf maanden hechtenis. In de zaak van Hew A Kee en Jurgens vroeg de officier van justitie om handhaving van de gevangenhouding, terwijl voor Sardjo onmiddellijke gevangenneming werd geëist. Voor Ten Berge werd een gevangenisstraf van achttien maanden voorwaardelijk geëist, met als bijzondere voorwaarde de volledige vergoeding van de financiële schade aan de Surinaamse Postspaarbank en/of de staat. Dit bedrag bedraagt USD 60.132 en SRD 508.575,76, te betalen binnen twaalf maanden na de uitspraak. Daarnaast werd de verbeurdverklaring geëist van een voertuig, twee woningen en een warenhuis, evenals de teruggave van het geld op de rekening van Putter bij de Godo Bank aan de staat.
De advocaat van Kromosoeto en Hew A Kee diende in zijn tweede beurt een schriftelijke reactie in op het standpunt van de vervolging inzake opschorting van de voorlopige hechtenis. De officier van justitie zal hierop reageren tijdens de volgende zitting. Ook de advocaat van Jurgens diende een dergelijk verzoek in, waarop de officier van justitie direct reageerde. De kantonrechter zal tijdens de volgende zitting een beslissing nemen over beide verzoeken.
De behandeling van de strafzaak wordt op 21 maart 2025 voortgezet met de reactie van de officier van justitie op de verzoeken tot opschorting van de voorlopige hechtenis. Op 22 april 2025 krijgen de raadslieden de gelegenheid om tijdens hun pleidooi te reageren op het requisitoir.