Het ministerie van Openbare Werken (OW) verricht werkzaamheden bij de Jagtlustsluis in het district Commewijne. Op woensdag 26 februari is gestart met het vervangen van de bestaande duiker door drie strengen ARMCO-buizen en het heien van stalen damwanden. Het is de bedoeling dat de werkzaamheden binnen negen maanden worden afgerond. OW-minister Riad Nurmohamed benadrukt dat deze werken een oplossing moeten bieden voor de ontwateringsproblemen waarmee het district al lange tijd kampt.
Minister Nurmohamed licht het project als volgt toe: ‘’Vroeger was hier een kleine brug, maar die was afgeschreven en ingestort. Het was daarna jarenlang moeilijk om de ontwatering goed te regelen. Er was een tijdelijke oplossing gecreëerd met een container onder de weg, maar deze was al in een gevaarlijke staat beland. Het was hoog tijd om het oude systeem te vervangen.” De bewindsman wijst erop dat het probleem al meer dan vijf jaar speelt. “Toen ik aantrad, was dit een van de eerste zaken die aandacht behoefde, maar door beperkte middelen was er weinig vooruitgang. Nu er meer financiële ruimte is, kunnen we eindelijk de ontwateringswerken grondig aanpakken.”
Bij het vervangen van het oude systeem zal van innovatieve technieken gebruik worden gemaakt. “We gaan geen sluis plaatsen zoals voorheen, maar we installeren een automatisch systeem dat zorgt voor het waterbeheer van dit gebied”, legt minister Nurmohamed uit. Hij voegt eraan toe:
“Eerder moesten de sluizen handmatig bediend worden, maar we stappen over op automatische klepduikersystemen, zoals we eerder hebben gedaan bij Weg naar Zee. Dit is een van de plekken waar we die technologie toepassen.” Daarnaast worden er kunststofonderdelen, zoals kunststofkleppen, geïntroduceerd. “Deze materialen roesten niet en zijn veel duurzamer. Het systeem wordt zelfregulerend en hoeft alleen maar eens in de zes maanden gecontroleerd te worden op eventuele verstoppingen”, aldus de bewindsman. Met deze ingrijpende verbeteringen hoopt OW niet alleen de waterbeheersing in Commewijne te verbeteren, maar ook de regio duurzamer en toekomstbestendiger te maken.
