Overal in Suriname pronken billboards met de boodschap, dat de inflatie is gedaald van 61 procent naar 11 procent. Maar wie naar de prijzen in de winkels kijkt, ziet iets heel anders: die blijven juist stijgen. Hoe kan dat? Is het een politieke truc? Een fout in de cijfers? Nee, het antwoord schuilt in wat inflatie écht betekent en hoe die wordt gemeten.
Inflatie wordt gedefinieerd als ‘de gemiddelde prijsstijging van de goederen en diensten die consumenten kopen’. Deze stijging wordt bepaald aan de hand van de consumentenprijsindex (CPI). De CPI is een maat voor de gemiddelde prijs van goederen en diensten voor consumptieve doeleinden. Het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) doet prijsopnames van 316 items uit 12 hoofdgroepen, die verder onderverdeeld worden in subgroepen. Deze producten worden gewogen op basis van wat consumenten gemiddeld uitgeven. Dat wordt bepaald via het huishoudbudgetonderzoek, een survey die het uitgavenpatroon natrekt. Er ontstaat zo een goederenmand die de uitgaven van de gemiddelde Surinamer weergeeft. De prijs-opnames worden gedaan bij ongeveer 630 meetpunten in 7 districten.
Inflatie berekenen
Voordat inflatie kan worden berekend, moet eerst de CPI worden vastgesteld. Om de CPI te berekenen, wordt de prijs van de goederenmand van een gegeven periode vergeleken met een basisperiode (april 2016 – juni 2016) en vermenigvuldigd met 100. De berekening ziet er als volgt uit:
Door de CPI over een bepaalde tijdsperiode te vergelijken, wordt de inflatie bepaald. Hoewel er verschillende manieren zijn om dit te doen (allemaal met hun eigen gebruiksgevallen), wordt 12-maands inflatie of jaar-op-jaar (YoY) gebruikt om lange termijn trends te analyseren. Bij deze methode wordt de CPI van een gegeven maand vergeleken met die van dezelfde maand van het vorige jaar. Zo werd de inflatie in december 2024 bepaald door de CPI van die maand te vergelijken met die van december 2023.
Door deze methode te gebruiken, kunnen fluctuaties op seizoensbasis worden geëlimineerd (men geeft bijvoorbeeld meer uit in juli en december dan in februari).
Steven Debipersad, voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), legt uit dat het belangrijk is om goed op te letten welke methode er is gebruikt om inflatie te berekenen. Er zullen wezenlijke verschillen zijn tussen bijvoorbeeld de maand-op-maand inflatie en de 12-maandse inflatie. Bovendien kun je nooit twee verschillende methoden met elkaar vergelijken.
Debipersad adviseert consumenten, zelf bij te houden welke uitgaven zij maandelijks doen en aan de hand hiervan, een eigen goederenmand te creëren. Hiermee kan de consument zijn ‘eigen’ inflatie berekenen. Door de ‘eigen’ inflatie bij te houden, kan je nagaan hoe ernstig jij zelf wordt getroffen door prijsstijgingen en wat je daaraan kunt doen.
Zolang de inflatie groter is dan nul, betekent het dat de prijzen stijgen. Dat de inflatie nu van 61 procent naar 10,1 procent is gedaald, betekent dus niet dat de prijzen niet meer stijgen, maar dat de stijging is vertraagd. Inflatie is vrijwel nooit exact nul. In sommige gevallen treedt er zelfs deflatie op, doordat de CPI juist daalt. Hoewel dit op het eerste gezicht gunstig lijkt, brengt deflatie andere pro-blemen met zich mee. Ideaal is dus een economie met een stabiel inflatiepercentage (1-3%).
Bronnen:
Centraal Bureau voor de Statistiek. (n.d.). Inflatie.
Gehaald uit: https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/begrippen/inflatie
ABS Suriname. (2025). Consumentenprijsindexcijfers en inflatie over december 2024.
Gehaald uit: https://statistics-suriname.org/wp-content/uploads/2025/01/CPI-1224-SECURE.pdf
—
Sryan Jokhoe